En dan wordt het toch nog zomer

20 augustus 2016 - Middelharnis, Nederland

Het is zondagochtend, 7 augustus, we liggen in de haven van Oostmahorn. Het regent en het is niet warm. Maar we hebben een elektriciteitsaansluiting (€0,50 per kWh), internet (traag) en water (slang van 50 meter), dus ons hoor je niet klagen.

Kees heeft de weersites bekeken en verwacht een periode van 48 tot 72 uur met noordelijke en oostelijke winden in het begin van volgende week. We zouden dit venster kunnen gebruiken om naar de Deltawateren terug te varen. Eerst maar eens zien wat er allemaal van uitkomt. Tot zolang: wisselvallig zomerweer met temperaturen rond of onder het gemiddelde. Wat hier in het noorden betekent, dat het niet veel warmer is dan een graad of achttien.

Deze zondag wordt het tegen een uur of drie wat droger; de regen gaat over in buien. Na het avondeten kunnen we tussen de buien door zelfs een wandeling van een uur maken. Dan snel weer naar de boot, want de volgende bui kondigt zich weer aan. We slapen prima.

Dinsdag is het tussen de buien wat langer droog en lopen we naar het dichtstbijzijnde dorp: Anjum. Oostmahorn is een gehucht van hooguit vijftien huizen, maar eraan vast zitten drie bungalowparken, waarvan Esonstad van Landal verreweg de grootste is. De andere twee zijn veel kleiner en bieden geen faciliteiten in de vorm van winkels of restaurants. Esonstad heeft wel een supermarkt, maar die is te klein en heeft een beperkt assortiment. In Anjum zit een grote Coöp.

Via een fietspad lopen we de drie en halve kilometer naar het dorp. Bekijken eerst de kerk, waarbij op de begraafplaats een Canadese vlieger sinds de Tweede Wereldoorlog begraven ligt en er dus een Commonwealth bewegwijzering is naar zijn graf. Het kerkje met de begraafplaats ligt op een heuvel. In eerste instantie denk je aan een terp, maar ons viel op dat het landschap veel meer reliëf heeft dan wij zouden verwachten. Het heeft wat weg van de Kempen en is zeker niet zo vlak als onze Maaskant. En dus zou de kerk ook zomaar gewoon op een natuurlijke verhoging kunnen liggen.

Dan wandelen we naar de molen en vinden ertegenover een cafetaria, dat op maandag open is. We eten er oerfrieten met stoofvlees. De molen bekijken we vanaf het terras. Niet bijzonder mooi: er zit een expositieruimte in die vandaag gesloten is.

We lopen naar de Coöp en vullen onze rugzakken. Dan gaan we via het zelfde fietspad terug naar de haven van Oostmahorn. Die avond kuieren we nog een keer naar de dijk voor Esonstad en lopen via het natuurpad terug.

Op woensdag lijkt het beloofde weervenster er toch te gaan komen. Maandagochtend zouden we mogelijk kunnen vertrekken. Voorlopig blijven we in Oostmahorn. We lopen naar de kampwinkel in Esonstad en willen er brood kopen. Het is twee uur en het meeste brood is uitverkocht. We kopen een halfje bruin, veel meer keus is er niet. Over de prijs hebben we het maar niet. Het is opnieuw fris en van tijd tot tijd regent het. Om ons wat op te beuren, trakteren we ons op een etentje.

We eten in “De Gouden Stek”, waar we een prachtig uitzicht hebben over het Lauwersmeer. Irene eet mosselen en Kees een entrecôte. Wat zijn we zielig, toch?

Donderdag slapen we uit. Het was vannacht koud: in Twente werd het zelfs nul graden op de grond. Het was de koudste augustusnacht in 23 jaar! Wij staan op en zetten de verwarming aan. We doen de hele dag niets. Pas na het avondeten lopen we nog maar weer eens Esonstad in de rondte. Maar we moeten vluchten voor een bui.

Vrijdag wordt het weervenster bevestigd. Wij maken onze plannen. We gaan op zaterdag boodschappen doen en water tanken. Op zondag douchen we nog een keer in Oostmahorn en varen in de middag naar de buitenhaven van Lauwersoog. Op maandag tijdens hoogwater kunnen we dan vertrekken en naar de Deltawateren zeilen, waar we dan dinsdagmiddag aan zullen komen.

We zetten de te varen route in de plotter, raadplegen de Berichten aan Zeevarenden op tussentijdse wijzigingen, zetten de tijden van stroom mee en stroom tegen op papier en maken een vaarplan. Om bij het binnenvaren van het Slijkgat (aanloop van het Haringvliet) nog stroom mee te hebben, zullen we een gemiddelde van 5,4 knoop moeten varen. Dat is hoog. Normaal rekenen we met vijf knopen. Maar deze tocht hebben we drie keer een tij mee en twee keer tegen, dus zou het moeten kunnen. Halen we het tij bij het Slijkgat niet, dan gaan we er gewoon twee uur langer over doen.

Aan het eind van de middag maken we nog een mooie wandeling richting Anjum, ruim om Esonstad heen.

Op zaterdag lopen we naar Anjum en doen er onze inkopen. Terug in de haven blijkt de waterslang in gebruik te zijn. Kees vraagt de gebruiker, wanneer de slang voor ons beschikbaar is. Dan blijken de mensen van het zeiljacht Happy Bird een grote schoonmaak te houden. Ze zijn net terug van een reis rond de wereld van zeven (!) jaar. Ze voeren via de Caraïben, het Panamakanaal, Polynesië, Nieuw Zeeland, Indonesië, Maleisië, Madagaskar, Zuid Afrika, Caraïben en de Verenigde Staten rond de wereld. Wij krijgen de slang, want ze stoppen vandaag met poetsen en wij vullen onze watertanks.

We nemen onze tent van de kuip en de zeilhuik van het grootzeil, want die zijn nu droog. We bouwen de boot om van havengebruik, naar vaargebruik. Wat inhoudt, dat alles wat los staat weer zeevast wordt gestouwd.

In de avond drinken we een glaasje om te vieren dat we eindelijk weer gaan varen.

Zondagochtend gaan we eerst douchen. In Lauwersoog is het ver lopen van de boot naar de douches en wat voor zin heeft het om te douchen als je morgenvroeg de zee opgaat in je zoute kleren?

Dan maken we los en varen de haven van Oostmahorn uit. We trekken de genua open en zeilen de paar mijlen naar de zeesluis van Lauwersoog. We kunnen als zesde en laatste jacht nog net de sluis in een half uurtje later meren we af in de buitenhaven van Lauwersoog.

Het is bijna elf uur en we hebben nog een hele dag voor ons. Er is een rommelmarkt bij de haven en na de koffie gaan we daar eerst maar eens kijken. Het is een echte “rommel”markt. Veel tweedehands spullen, die bij ons al snel de status zund (= zonde om weg te gooien om vervolgens jaren nutteloos te bewaren) zouden krijgen.

We doen de voorbereidingen voor een lange tocht: kleren klaarleggen, een grote pan eten maken, papieren zeekaarten klaar leggen enzovoort. Dan lopen we nog even naar de spuisluizen en gaan we daarna vroeg naar bed. Het weer verbetert, gelukkig.

Op maandag 15 augustus loopt de wekker om zeven uur af. We ontbijten op ons gemak en ruimen op. We maken de boot klaar voor vertrek en om negen uur maken we los uit de box in Lauwersoog. De wind is zwak en waait nog uit het noordwesten. Het is hoogwater en op de motor varen we in twee uur tussen Ameland en Schiermonnikoog, via het Westgat, naar open zee. Hier vallen we af naar het westzuidwesten en kunnen de zeilen omhoog.

In de loop van de dag ruimt de wind naar het noordoosten en neemt wat af. In de avond moeten we een paar uur de motor bijzetten. We lopen al een uur achter op ons schema en dat willen we in deze fase niet nog meer laten worden.

Het is drie nachten voor volle maan en de maan komt zo’n twee uur voor zonsondergang op en geeft ons een mooie verlichting gedurende een groot deel van de nacht. Alleen de laatste uren zijn donker, maar met de Nederlandse kust een onze bakboordzijde wordt het niet echt donker.

De wind draait gedurende de nacht verder naar het oosten en neemt toe. De hele dinsdagochtend lopen we als een trein. Golven zijn er amper, zo onder de kust en Salacia ploegt met ruim zeven knopen door het water. Af en toe staat er zelfs een acht op de snelheidsmeter. We raken weer op schema en hopen toch nog op tijd bij het Slijkgat te zijn.

Rond het middaguur steken we de Maasmond over. Het melden bij de verkeerscentrale geeft problemen. Pas nadat we onze marifoon hebben overgeschakeld van laag op hoog vermogen, bereiken we de centrale Sector Maasmond. Het oversteken geeft geen problemen en we zetten koers naar het Slijkgat.

We zijn er precies op de gewenste tijd en kunnen nog profiteren van de stroom naar binnen. We ruimen de zeilen op en op de motor varen we naar de Goereese Sluis in de Haringvlietdam. Om half vier lopen we de voorhaven binnen. We zijn dan dertig en een half uur onderweg. We voeren in die tijd 159 zeemijlen.

We schutten naar binnen en even later varen we het Haringvliet op. We pakken een meerton bij ons favoriete natuurterrein net iets voorbij Stellendam aan de zuidoever. We ruimen de boot op en warmen ons meegebrachte restantje eten op. Het is prachtig weer.

We wassen af, drinken een glaasje fris en om negen uur is het stil aan boord.

Woensdag worden we door een warme zon al om half negen (!) gewekt. We nemen rust vandaag. We blijven liggen aan onze meerton en genieten van de zomer. We zwemmen een rondje en spoelen ons met de buitendouche af. We bellen met de mastenmaker voor een afspraak om een verroest beugeltje in de mast te vervangen. Ze kunnen dat vrijdag a.s. doen en we zullen daarom donderdagavond naar Middelharnis varen.

Ook bellen we met de zeilmaker voor een afspraak om de nieuwe tent met buiskap te bespreken. Hij gaat een midweek naar de Ardennen en is pas over een week weer terug. We spreken af om over een week op zaterdag in Strijensas te zijn, zodat we hem dan kunnen spreken. Daarna zien we wel wanneer we naar huis gaan. Dat hangt voor het overgrote deel van het weer af. Voorlopig is het zomer.

Donderdag liggen we tot na het avondeten aan de meerton. Dan varen we naar de mastenmaker in Middelharnis. Er is een lege plaats aan zijn kade en we kunnen er liggen. Ook vinden we een stopcontact en we hebben dus ook elektriciteit. Onze accu’s waren door de korte tijd varen nog niet vol. Dus extra bijladen was gewenst.

De mastenmaker meldt zich om acht uur en deelt mee, dat wij rond elf uur aan de beurt zijn. Inderdaad meldt hij zich op die tijd en een paar uur later is het roestige beugeltje vervangen door een hoogglanzend rvs-exemplaar. Toevallig komt er een zeiljacht uit de stadshaven van Middelharnis. Kees roept hem aan en vraagt of het druk is aan de steiger. “Er zijn nog open plekken.” Luidt het antwoord.

We maken snel los en varen naar de stadshaven. Inderdaad zijn er lege plekken en we maken vast. Er wordt de komende dagen wind tot kracht zes uit het zuidwesten voorspeld en we gaan met de neus in die richting liggen. Er zijn hier prima douches en daar maken we graag gebruik van. Helaas is de zomer tijdelijk even weg, maar komt terug. Zo is ons beloofd.

Vandaag doen we wat boodschappen en verder werken we het logboek en deze blog bij. Straks gaan we Chinees halen. Dinsdag is de zomer weer terug.

Foto’s

1 Reactie

  1. Hannus:
    20 augustus 2016
    Goed als Irene met pensioen is zijn jullie dus 7 jaar weg!! Liefs, Hannus.