Weer Dover gemist

12 juli 2018 - Heijningen, Nederland

Op vrijdag, 6 juli, in Gosport zetten we eerst het blog – met foto’s – online. Daarna maken we een wandeling door het gedeelte van Gosport dat tegen de Solent aanligt. Het is allemaal defensieterrein en alleen de straten zijn openbaar. We moeten zeker een half uur lopen om aan de oever van de Solent te komen. Het is warm. We rusten wat op de betonnen zeewering en beginnen aan de terugweg. Geen mooie wandeling en Kees’ knie is weer dik. Gelukkig valt de pijn mee.

Na wat uitgerust en gedronken te hebben plannen we de tocht van morgen. We gaan naar Brighton. Na het avondeten wandelen we nog even naar het havenfront van Gosport. Hier heb je uitzicht op Portsmouth en zijn haven. Je ziet de skyline met de hoge gebouwen, de Emirates Spinnaker Tower en de bedrijvigheid op het water, waar veerboten af en aan varen. De tower werd ooit gebouwd als Millennium Tower, maar was op 31 december 1999 niet klaar. Pas een jaar later werd de toren opgeleverd. Hoofdsponsor is tegenwoordig de genoemde luchtvaartmaatschappij.

Morgen is de Round the Island Race (RIR). Er is in de jachthaven veel bedrijvigheid. Veel boten worden geprepareerd voor de race. We zitten nog tot laat in de kuip om dit alles te bekijken. Wij gaan van de race geen hinder ondervinden, omdat het veld van 1700 boten eerst van Cowes naar the Needles vaart en dan ten zuiden van Wight pas onze kant op komt. Wij gaan naar het oosten en ontlopen zo de RIR.

We hoeven op zaterdag niet extra vroeg op te staan en om tien uur maken we los in de Haslar Marina in Gosport. Het is prachtig weer: de zon schijnt volop, het waait een bescheiden zuidwestenwind en de temperatuur is zomers. We zeilen de Solent uit en leggen aan op de zuidkant van de Owers. Dit is een gebied met ondiepten, waar we veiligheidshalve omheen varen.

Tegen half een laat de wind het afweten. We starten de motor en verleggen de koers naar Boulder Street. Dit de ingang van the Looe, een doorvaart tussen de ondiepten en een afkorting van een paar mijl ten opzichte van de route buitenom. We varen wat later the Looe uit en er komt weer wind.

We zetten de motor uit en gaan weer zeilen. Het weer is bijna tropisch. Op het laatst van de stroom komen we om net na zessen in de haven van Brighton aan. Via de marifoon melden we ons en we mogen zelf een plaatsje uitzoeken langs een van de al eerder afgemeerde jachten aan steiger 11 of 12. De haven is in de jaren zo ondiep geworden, dat er maar weinig plekken zijn voor diepstekende zeiljachten. Dus is het voor bezoekers bijna altijd stapelen. We meren af naast een Duits jacht. Dit jacht vaart samen met een ander jacht en het heeft ligplaats in De Vlije. Het ander jacht ligt in Herkingen. We hebben snel een goed contact en we zitten ’s avonds tot (te) laat samen op het jacht uit Herkingen.

De Duitse jachten vertrekken zondagochtend al om zes uur en we moeten dus ook vroeg opstaan om de buurman de ruimte te geven om weg te varen. We maken los en meren wat later af op de plek waar het jacht uit Herkingen eerder lag.

Het is al vroeg warm en van slapen komt niet erg veel meer. Kees gaat op het 24/7 bemande havenkantoor vragen naar de diepte in de haveningang bij laagwater. De aanwezige havenmeester verzekert hem, dat er gebaggerd is tot 3,70 meter onder kaartdatum (het referentievlak van de zeekaarten). We hoeven dus bij laagwater geen problemen te verwachten.

Volgens de berekening zouden we rond laagwater om twee uur moeten vertrekken, maar in de benauwde haven houden we het niet langer vol dan half twaalf. We maken los en varen de haven uit. We zetten zeil en met nog een restantje stroom tegen zeilen we met een matig gangetje richting Eastbourne.

Als we vertrekken hebben we een noordenwind, maar ter hoogte van Newhaven draait de wind. Werkelijk binnen tweehonderd meter van noord naar zuid. Gelukkig wordt de wind nu ook wat sterker en het wordt frisser. We ronden Beachy Head en leggen aan op de haven van Eastbourne. Voor de stad valt de wind weg en de laatste mijlen naar het sluisje van de jachthaven leggen we op de motor af. We ruimen onderweg de zeilen op en varen de haveningang binnen. Op de drooggevallen plaat voor de sluis liggen drie zeehonden.

Er gaat juist een van de twee sluizen open en na een paar minuten mogen we invaren. We moeten in de sluis twintig minuten wachten voor we geschut worden. De havenmeester komt in de sluis langs en geeft ons een vrije box. Om kwart over zes zijn we daarin afgemeerd.

We betalen voor twee dagen op het havenkantoor. Kees loopt door en haalt één grote portie fish and chips en Irene maakt een schaal sla. Na het eten bekijken we de weerberichten. Naar Dover of in een keer naar Duinkerke? Morgen in ieder geval geen vaardag. We hebben nog het een en ander te doen.

De volgende dag vullen we onze dieseltank bij. Om geen problemen met de Nederlandse douane te krijgen, tanken we geen Engelse scheepsdiesel. Deze is rood geleurd en rode diesel mag in de “normale” landen van de EU niet in plezierjachten worden gebruikt. We halen daarom met de jerrycan diesel bij het tankstation voor auto’s bij het winkelcentrum. Totaal halen we ruim dertig liter. Ook doen we inkopen in de grote supermarkt.

In de middag komt de Hot Spice van Goos en Yvonne naast ons liggen. We hebben hen in Brighton al gesproken en we hebben met hen een gezellige avond. Goos is kapitein op een sleepboot en werkt tegenwoordig in de haven van Bremerhaven. Salacia en Hot Spice gaan morgen allebei naar Dover en we vergelijken onze routeplanningen. Goos gaat om vijf uur vertrekken en Kees pas om elf. Goos’ berekening klopt en Kees heeft de verkeerde week voor hoog- en laagwatertijdstippen geraadpleegd. Gelukkig is de fout gevonden en we gaan niet te laat naar bed, want morgen loop om half vijf de wekker af.

Dinsdag, 10 juli, maken we de boot een beetje slaapdronken los en om kwart voor vijf liggen we in de sluis. Het duurt even, maar om kwart over vijf varen we de zee op. We zetten zeil en om half zes gaat de motor uit.

Er staat weinig wind en met een snelheid van drie knopen gaan we op weg. We ontbijten en drinken koffie. We worden langzaam wakker. De wind wordt zwakker en de zee is onrustig. De golven zijn verward met wind uit het noorden en deining uit het oosten. We zetten een uurtje de motor bij.

Ter hoogte van Hastings kan de motor weer uit en in een toenemende noordenwind zeilen we hoog aan de wind richting Dungeness. Op deze landtong staat een verschrikkelijk lelijke elektriciteitscentrale, die je al van ver ziet liggen. Om half tien ronden we Dungeness gaan we op weg voor het laatste stuk naar Dover. We moeten hiervoor nog verder naar het noorden draaien en onze koers is niet langer bezeild. We maken een lange slag richting Dover, waarbij we langzaam steeds dichter bij het verkeersscheidingsstelsel voor Dover komen. Er is hier permanent radartoezicht en we moeten ons echt aan de regels houden en dus gaan we overstag richting de kust.

We zijn door de stevige wind vroeg hier en opnieuw besluiten we om ook deze keer niet naar Dover te gaan, maar meteen over te steken naar de Franse kust. Halfweg richting Engelse kust gaan we weer overstag en varen zo naar het punt vanwaar we aan de oversteek kunnen beginnen. Het waait inmiddels een dikke 4Bft en de golven zijn hier hoger dan eerder vandaag. Na nog een slag richting Engelse kust en na een keer uitwijken voor een veerboot Calais-Dover komen we bij het begin van onze oversteek bij de ton SW Goodwin. We vallen af en met ruime wind gaan we op topsnelheid naar de overkant. Anderhalf uur later zijn we door het verkeersscheidingsstelsel en kunnen we een meer directere koers op Duinkerke aanleggen.

We zeilen met vol grootzeil en volledige genua in 22 knopen wind (5Bft). Onze snelheid ligt doorlopende boven acht knopen en we hebben uitschieters tot ruim negen knopen. De boot laat zich met de beter getrimde mast en de “nieuwe” zeilen goed sturen en ondanks het overkomen van veel buiswater en met de grote helling waaronder we zeilen beleven we er veel plezier aan.

Als we ter hoogte van Calais de westelijke aanloop naar Duinkerke inlopen blijkt dat we veel te vroeg zijn. We hebben de maximale stroom tegen en ondanks onze hoge snelheid maken we ter hoogte van de Westelijke haven van Duinkerke nog maar goed vier knopen over de grond. De stroom zal tot halfnegen tegen blijven en dus moet het maar zoals het gaat.

Een mijltje voor de havenhoofden van Duinkerke starten we de motor en rollen de genua in. We bereiden het strijken van het grootzeil voor en gaan even later met hoge snelheid de voorhaven in. Om zeven uur, na een tocht van nog geen 14 uren, en even binnen de havenhoofden laten we het grootzeil zakken en binden het provisorisch vast. We motorren het kanaal naar de jachthavens in en doeken het grootzeil netjes op.

Kees staat aan het roer en Irene hangt de stootwillen aan de boot en legt de landvasten klaar. We kijken eerst bij de haven aan de oostkant van het kanaal, maar zien geen rustig gelegen vrije ligplaatsen. We varen een stukje verder naar de jachthaven aan de westzijde, maar ook daar is geen geschikte plaats te zien. Door de noordenwind staan er golven in de havens en is het overal onrustig. Alle schepen liggen te deinen in hun boxen.

Wij varen terug naar de eerste haven en zien nog twee vrije plekken. De eerste lijkt te smal en we kiezen voor de tweede. Het past net, en da’s net genoeg. We meren af met lange landvasten, zodat de boot niet zo rukt aan de lijnen en de kikkers. We maken snel een hap macaroni warm, maken het interieur van de boot zoutvrij, drinken een borrel en gaan naar bed.

We voeren deze tocht 89 mijlen over de grond en 95 mijlen door het water. We hebben dus meer stroom tegen gehad dan mee. Maar let op 95 : 13,75 is een gemiddelde snelheid van 6,9 knopen!

Woensdag staan we op. We zijn stijf en hebben spierpijn. Na al dat geschommel en onder helling leven gisteren is dat wel te verklaren. We ontbijten en Kees gaat ons melden op het havenkantoor. De door ons ingenomen ligplaats is gelukkig niet gereserveerd en we mogen blijven liggen. Terug aan boord sluiten we eerst de waterslang aan en spuiten al het zout van de boot. Het is aanvankelijk koud, het waait nog steeds stevig en af en toe valt er wat motregen.

In de loop van de ochtend neemt de wind af, wordt het droog en rond twee uur schijnt de zon. Het wordt snel warm en wij gaan op weg naar de watersportwinkels aan de overkant van het kanaal. Kees heeft nog wel wat last van zijn knie, maar tussen alle andere ongemakken vallen deze klachten weg.

In de watersportwinkels kopen we nieuwe rollers voor de genuakarren, die ze hier toevallig hebben liggen. We kopen ook een rechte koppeling voor ons watersysteem, een ruime meter waterleidingslang, en twee leiogen voor een rollijn. De eerder aangeschafte leiogen voldoen goed en de overgebleven oude hebben ook geen eeuwig leven meer.

In de grootste zaak informeren we naar een nieuwe drijfriem voor onze Volvo-Penta motor. Daar hebben ze onze maat niet op voorraad. Maar geen probleem er zit een Volvo-Penta dealer aan de andere kant van de straat. Maar ook die heeft onze maat niet op voorraad. Dus terug naar de andere winkel: nee, ook niet. Uiteindelijk naar een winkel voor sportvissers, die ook motoren verkoopt. En gelukkig, die heeft de riem op voorraad.

We lopen via een omweggetje terug naar de boot. De rest van de middag lezen we wat, maken een lichte warme maaltijd en gaan niet te laat naar bed.

Vandaag schrijven we dit blog en zetten het online.

Foto’s

2 Reacties

  1. Kees:
    12 juli 2018
    Leuk zo'n tocht naar de Franse kust. We spectaculair om te zien natuurlijk. Goede reis verder.
  2. Riekie en Gert:
    12 juli 2018
    Mooie tocht. Ik snap niets van alle zeiltermen, maar gelukkig kan Gert tekst en uitleg geven :). Wij vertrekken woensdag naar Mallorca. Hebben er zin in.