Langs de kust van Frankrijk

11 juni 2018 - Cherbourg-Octeville, Frankrijk

Die maandag de 4e juni gaan we na het bijwerken van het logboek en het weblog Duinkerke in. Zoals te verwachten is er ook in Frankrijk op maandag in de stad weinig te doen. We kopen bij een watersportzaak een setje van twee geleiders voor de rollijn van rolfoksystemen. Niet dat we die daarvoor gebruiken, want bij ons gebruiken we ze als bevestigingsogen. Soms om er de bijboot mee aan dek te sjorren, maar meestal voor het spannen van een lap over ons voorluik. Zo kunnen we dan met een gedeeltelijk geopend luik slapen zonder dat het bij regen inregent. Wel net zo fris. Een van de oude ogen was vorige week gebroken. Deze was bij de levering van de boot op de werf gemonteerd en na twaalf jaar in de zon een beetje broos geworden.

Terug in de haven monteren we de twee nieuw ogen. Onze buurman Michael is toch vertrokken. Als we hem later in Boulogne spreken, verteld hij dat de mist wel meeviel, maar dat hij veel stroom tegen had bij Cap Gris Nez. Tja, als je altijd op de Oostzee vaart, hou je geen rekening met stroom en getijden. Die zijn daar niet. Maar langs deze kusten moet je dat wel. Bij een snelheid door het water van zes knopen en tweeëneenhalve knoop stroom tegen heb je een snelheid over de grond van drieënhalve knoop. Stroom mee geeft dat achtenhalve knoop. Een wereld van verschil!

Na het avondeten maken we de boot weer klaar voor vertrek, want morgen, dinsdag, ziet het weer er gunstig uit.

Dinsdagochtend om zes uur loopt de wekker af. We staan op, ontbijten en maken de boot gereed voor vertrek. We maken los en om half acht zeilen we de zee op. Er staat een stevige wind, bijna vijf Beaufort (16 knopen). Het is zwaar bewolkt, maar het regent gelukkig niet.

Met een eerste rif in het grootzeil en een gedeeltelijk ingedraaide genua varen we de westgeul naar Duinkerke uit. Het zicht is matig: hooguit 2000 meter. Dan moet er ten zuiden van ons Calais liggen. Een glimp, meer zien we er niet van. Van de kruisende veerschepen naar en van Dover hebben we geen last. Als we hun route gepasseerd zijn, zien we er drie achter ons langs varen. Soms moet je wat geluk hebben, of gewoon slecht zicht.

We spotten Jan van Genten en na de zeehonden en bruinvissen zijn we nu alleen nog op zoek naar dolfijnen. Pas als we die ook zien, spreken we van een echte vakantie.

We hebben nu stroom tegen en varen langs Cap Blanc Nez. Het zicht verbetert en Cap Griz Nez kunnen we zien liggen. De stroom kentert en we vliegen langs de kaap en zijn om half twee in de jachthaven van Boulogne sur Mer. We vinden een vrije steiger en maken vast. Het is er niet druk en we hebben keus genoeg. Naast ons ligt Michael. Hij zeilt singlehanded  met zijn Hanse 37 “Fanta . . .  Four”. We drinken tijdens het happy hour een glaasje met hem bij ons aan boord.

Woensdag vieren we Kees’ verjaardag met vers stokbrood en croissants bij het ontbijt. Bij de koffie smullen we heerlijke Pains à Raisins (een rond broodje met pudding en rozijnen). Dan lopen we stad in en bezoeken we de citadel. Het is duidelijk nog geen vakantieseizoen en de sfeer is meer doods dan gezellig.

Terug aan boord lezen we wat en plannen onze verdere tocht. Tegen vijf uur wandelen we naar het strand en op de terugweg leggen we aan bij een brasserie. Er zit een dikke man aan een ander tafeltje en we raken een beetje in gesprek. Het is een Engelsman uit de buurt van Londen. Hij is slager en was meerdere keren in de Jaarbeurs in Utrecht om er deel te nemen aan wedstrijden in het slagersvak. Ooit was hij de beste van het Verenigd Koningrijk. Helaas werd hij nooit Europees kampioen. Later komt zijn zoon bij hem zitten. Ook zo’n grote meneer. Irene verwondert zich over zijn grote voeten. We schatten het ongeveer maat 48/50. We eten op het terras. Gelukkig hebben we dikke truien en is het daarmee net vol te houden.

Terug in de haven nodigt Michael ons uit op een glaasje Rotwein. Het is gezellig, maar erg fris in de kuip. Morgen vertrekt Michael naar Eastbourne en wij geven hem wat info over die haven. Hij moet op 23 juni in St. Helier op Jersey zijn, want dan komt zijn vrouw twee weken vakantie vieren op de boot.

Donderdag doen we boodschappen. We bereiden de tocht van morgen voor. We willen in één ruk van Boulogne naar Cherbourg, ruim 150 zeemijlen. In de middag komt een boot de haven binnenvaren, waarvan Kees direct zegt, dat hij die kent. En ja, het blijkt de Berry te zijn. Zij lagen jaren een paar boxen van ons verwijderd in de haven van Dintelmond. We helpen hen aanleggen op de plek waar vanochtend nog de Fanta . . . Four lag. De wederzijdse begroeting is hartelijk.

We koken een grote pan bami goreng, waar we vandaag een deel van opeten. De rest gaat de koelkast in. Die hoeven we morgen onderweg alleen maar op te warmen. Na het eten lopen we naar de radartoren bovenop de heuvel naast de haven. Via het strand komen we weer in de haven. Onderweg belt Ina van de Nica, die in Nieuwpoort naast ons lag en die we ook nog in Duinkerke spraken, om ons te melden dat ze niet verder gaan en terugvaren naar Nederland. Het weer stond ze niet aan. Ook lijken er problemen bij een van hun kinderen te zijn. We gaan op tijd naar bed, want ons staat morgen een lange reis te wachten.

Vrijdag, 8 juni, staan we op, ontbijten en op ons gemak maken we de boot klaar voor vertrek. De stroom loopt pas rond half twaalf mee richting het zuiden. Het zonnetje schijnt en in de haven wordt het zelfs heet. Goed half elf maken we los en we kunnen al in het havenkanaal de zeilen hijsen. Om half twaalf zijn we op zee. Onder vol grootzeil en genua gaan we richting de ton Vergoyer E. Rechts daarvan ligt de scheepssnelweg, waar wij niet in mogen komen.

We maken nu een flauwe bocht en sturen recht op Cherbourg aan. We varen voor de wind en kunnen daardoor de ideale koerslijn niet houden. Dan varen we 25 graden naar stuurboord, dan weer 25 graden naar bakboord van de lijn. Tussendoor gijpen we door een stormrondje te draaien. De wind neemt toe en we komen goed vooruit.

Als rond half elf in de avond de zon onder is, zetten wij een rif. Het waait inmiddels 5 Bft uit het noordoosten. De golven worden hoger en de boot stuurt onder het gereefde zeil veel beter. Je hoort ons niet klagen, we lopen ruim voor op ons schema.

Het wordt zaterdagochtend en nog steeds gaan we als een speer. Een paar uur later moeten we eigenlijk de kust van Cotentin, het schiereiland waar Cherbourg op ligt, in zicht moeten hebben. Helaas, richting land is het zicht niet best en het duurt dan ook tot half twaalf voordat we iets kunnen ontwaren. En dan valt ook ineens de wind weg. We hebben, omdat we zo vroeg zijn, nog wat stroom tegen en we besluiten de motor te starten. We rollen de genua in en sturen de boot met de neus in de wind om het grootzeil te laten zakken. Nu pas merk je hoe hoog de golven zijn. Met veel moeite krijgen we het zeil op de giek gesjord, draaien terug op koers en gaan op weg voor de laatste mijlen.

Dan gaat het regenen. Eerst een motregen, dan een miezerregen en tenslotte plenst het. Om kwart voor twee varen we de buitenhaven van Cherbourg binnen en om kwart over twee zijn we afgemeerd in een vrije bezoekersbox in de jachthaven van Cherbourg.

We leggen het grootzeil opnieuw op de giek en maken alles netjes vast. Het regent nog steeds en we duiken al snel onder en maken een warme kop soep. Het was een koude en op het laatst ook nog een natte tocht.

Als het weer even opknapt gaan we betalen op het havenkantoor en terug op de boot zetten we tent over de kuip. Nu kunnen we onze natte spullen in de kuip te drogen hangen. Na een heerlijke hap bami gaan we vroeg naar bed. De afgelopen 36 uur hebben we niet geslapen.

Na een heerlijk nacht worden we zondagochtend pas om negen uur wakker. Kees haalt bij de kiosk op de haven een stokbrood. We hebben weleens een beter stokbrood gegeten. Maar nu hoef je maar vijftig meter op de wal te lopen.

Het weer klaart op en we laten de tent zakken. We drogen alles, nemen de genua van de voorstag, leggen de zeilhuik over het grootzeil en lopen even de stad in. We kopen wat lekkers voor bij de koffie en zitten de middag heerlijk in het zonnetje.

We zetten de tent weer op. Want er wordt weer regen voorspeld, mogelijk met onweer en windstoten. We maken een maaltijd van groenten, die we nog aan boord hebben. We doen een spelletje en met een glas cider op gaan we niet te laat naar bed.

In de nacht naar maandag regent het, maar we hebben van onweer niets gemerkt. Na het ontbijt – zonder vers stokbrood, omdat we nog veel yoghurt en muesli hebben – lopen we naar de supermarkt. We slaan verse groenten in en via het stadscentrum lopen we terug.

Aan boord ruimen we de boodschappen op, drinken koffie en Kees zet de route naar St. Helier op Jersey uit. Dan werken we het logboek en het blog bij.

Foto’s

4 Reacties

  1. Jan:
    11 juni 2018
    Jullie liggen mooi op schema!
    Stoere outfit Irene met je felgroene capuchon!
    Ik heb nog een nieuwtje voor de aanstaande grootouders:
    Ik word ook opa in januari.
    De boodschap was leuk verpakt: ik kreeg een cadeautje, een blik met de letters EHBO: eerste hulp bij oppassen, dat was wel duidelijk toch.
    Prettige voortzetting van jullie reis en tot de volgende blog
    Groet, Jan
  2. H. Smits:
    11 juni 2018
    Wat een mooi reisverhaal en leuk om jullie zo te volgen. Mooie foto.s ook. Geniet fijn en hopelijk mooi weer.
    Hartelijke groeten van ons.
    Cor en Herma.
  3. Kees:
    12 juni 2018
    Kees, op de eerste plaats nog gefeliciteerd. Mooi verhaal en goede wind zo te lezen. Nog veel plezier daar langs de Franse kust.
    Hier hebben we deze week een dipje in het weer en daarna gaat de zomer weer gewoon verder.
  4. Rob en Annemieke:
    12 juni 2018
    Goede reis!