Een week met een twist

25 juni 2017 - Delfzijl, Nederland

Het is zaterdag, 17 juni, als we de laatste spullen in de auto hebben gestopt en ons huis hebben afgesloten. Met drie kratten schone kleren, twee kratten restanten van levensmiddelen uit de huisvoorraad, en een krat met verse boodschappen overbruggen we de 95km naar het jachtcentrum Dintelmond in Heijningen. Daar aangekomen zeggen we in een opperbeste stemming alle bekenden goedendag en beginnen de laatste spullen aan boord te laden. Na wat puzzelen en herplaatsen van boodschappen krijgen we alles weggestouwd. We tanken onze watertanks af, zetten de auto op de parkeerplaats en koppelen daar de accu af. We zetten koffie en drinken een laatste kop in onze haven. Nog even lopen we over het haventerrein, waar vandaag een open dag is. En dan starten we de motor.

Om kwart voor vier vaart Salacia haar box uit. De Manderssluis, de sluis tussen Dintel en Volkerak, staat nog open en we kunnen zonder schutten doorvaren. Eenmaal op het Volkerak gekomen hijsen we de genua en we zeilen de paar mijlen naar de jachtensluis van de Volkeraksluizen. Er is nog wat ruimte aan de overnachtingssteiger en we meren daar af.

We stellen uit onze voorraad en maaltijd samen. Dank jullie wel, Annemarie en Ibrahim, voor de salade en de pittige schuitjes. Tegen negenen komt er een Contest uit de sluis. Kees komt de boot bekend voor. En ja het zijn Lenie en Arno. Zij zijn de Maas af komen varen en op weg naar de Zeeuwse wateren. Ze moeten nog eten en we nodigen ze uit om daarna bij ons aan boord wat te komen drinken en om te komen bijkletsen. We hebben ze al zeker een jaar niet meer gesproken. Het wordt laat die avond en het is al na middernacht als het stil wordt aan boord van Helena en Salacia.

Toch kunnen we de volgende dag niet te lang blijven liggen, want we willen de brugopening van tien uur van de Haringvliet halen. We staan op, maken los van de steiger en schutten door de Volkeraksluis. Om negen uur hijsen we de genua en met heel weinig wind dobberen we in een uur tijd naar de brug. Op tijd gaat de brug omhoog en nog voor die helemaal openstaat, zijn de drie wachtende schepen erdoor. Op het Haringvliet staat zo mogelijk nog minder wind, maar we proberen te zeilen. Het is schitterend zomerweer en met een kop koffie drijven we richting Den Bommel. Dan is het echt over met de wind.

We starten de motor en varen tot voor Middelharnis. De wind komt terug en we zeilen verder tot bij Stellendam. Daar ankeren we en genieten van een mooie middag en avond.

We plannen onze reis. Het lijkt erop, dat we morgen, maandag, nog wel tot in Scheveningen kunnen komen, maar dat daarna de wind naar het NNE (noord-noord-oosten) zal draaien. En dat is nu net de richting waarnaar wij moeten varen. Pas op woensdag lijkt de wind weer te draaien naar meer gunstige richtingen.

Om op maandag in Scheveningen te belanden, moeten we eerst door de Goereese Sluis naar zee schutten, dan bij voorkeur nog stroom mee hebben in het Slijkgat, om dan eenmaal buiten de zandbanken weer de vloed mee te pakken naar Scheveningen. We rekenen alles drie keer na en komen tot de conclusie dat we om vier uur moeten opstaan om om vijf uur door de sluis te zijn.

Inderdaad halen we in de eerste schemer van maandag ons anker op en varen we naar de Goereese Sluis. We roepen de sluis op en binnen een kwartier kunnen we invaren. We schutten en net na vijf uur zijn we op zee. Er staat weinig wind, en wat er staat is tegen. We motorren het Slijkgat uit. Acht zeehonden kijken ons vanaf een zandbank loom aan en we vermoeden dat ze ons voor gek uitmaken om zo vroeg al onderweg te zijn. Maar we genieten. De zon komt op.

Aan het eind van het Slijkgat maken we scherpe bocht naar het noorden en kunnen we een beetje zeilen. Bij de MV-ton melden we ons bij Sector Maasmond, die hier het verkeer voor de monding van de Nieuwe Waterweg regelt. Op de motor doorkruisen we het drukke verkeer voor de monding. Een vrachtschip moet op verzoek van de verkeersleiding voor ons inhouden. Wij varen zonder problemen door.

Eenmaal vrij van het verkeer zetten we weer zeil en varen hoog aan de wind naar Scheveningen. De pieren zijn net niet in één slag te halen, zodat we nog even een slag uit de kust moeten maken. Om half twaalf – wat is dat toch heerlijk vroeg – zijn we tussen de pieren. Van Centrale Scheveningen krijgen we toestemming te mogen doorvaren naar de jachthaven. De havenmeester wijst ons een plaats aan de passantensteiger. Om twaalf uur liggen we vast. We maken wat te eten en proberen daarna wat van de tekortgekomen slaap in te halen.

Na de aanvankelijk rust in de haven wordt het in de middag steeds drukker met passanten. Ook wij krijgen een schip naast ons. In de avond ‘moeten’ we bij hen aan boord een glaasje rosé komen drinken. Het wordt weer laat, die avond.

Dinsdag wachten we in Scheveningen op woensdag. We doden de tijd door naar de boulevard te wandelen. We bezoeken de pier, zitten op een bankje, drinken koffie met gebak en kuieren op ons gemak terug.

Salacia heeft in de tussentijd nieuwe buren gekregen. De bemanning, pa, ma en een zoon van rond de dertig, vaart in konvooi naar IJmuiden met nog twee boten. Een van deze twee, een Etap met buitenboordmotor wordt bemand door twee oudere heren, door onze buren als Heppie en Hepie aangeduid. Na wat zoeken vinden we op youtube een video van ‘Ik lig op mijn kussen …’ De zoon weet nu waar de benaming Hepie en Hepie vandaan komt.

De volgende dag is het woensdag en is de wind zover naar het oosten gedraaid, dat wij weer verder kunnen. Om half tien maken we los en varen de haven uit. Tussen de pieren zetten we zeil en koers richting windmolenpark voor Egmond. Dan komt er een donker stalen jacht uit zee onze kant op. Het is Berry, onze buren uit Dintelmond. We groeten elkaar en wensen elkaar een goede vaart. Dan zijn we onderweg.

We hebben een plan om direct door te varen naar Cuxhaven, circa 43 uren. Dat houdt voor ons twee nachten op zee in. Het gaat allemaal heel voorspoedig. Aan het eind van de middag krijgen we even te maken met een windstilte. We zijn dan ter hoogte van de Hondsbosse zeewering. Na een uurtje diesel te hebben verbruikt kunnen we weer zeilen. De wind neemt toe en als we voor de Eierlandse gronden (tussen Texel en Vlieland) liggen moeten we zelfs de genua wat inrollen en een rif zetten.

We zeilen onder gereduceerd tuig de nacht in. Echt donker wordt het niet, koud wel. De nacht is kort en om vijf uur is het weer voldoende licht en wachten we op zon. Om zes uur in de ochtend van donderdag, 22 juni, vangen we een weerbericht op van Verkeerspost Schiermonnikoog: in de middag in de Duitse Bocht kans op zwaar onweer met windstoten en hagel. Even later bevestigt de Deutsche Wetterdienst dit op de navtex. We stellen onze opties vast. We varen nu boven het Westgat naar Lauwersoog. Terug naar Vlieland: geen optie, want dan zouden we terugvaren. Afbuigen naar Lauwersoog: zonde van de tijd, we hebben nog minstens zes uur voor we het slechte weer kunnen verwachten. Doorvaren en dan de Eems opvaren naar Borkum: niet onze favoriete haven, maar toch kiezen we hiervoor.

We verleggen onze koers naar de aanloop van de Eems en varen om half elf de oude marinehaven van Borkum binnen. Frau Hafenmeister wijst ons een ligplaats. En als we goed en wel liggen valt er wat regen.

We zetten onze telefoons weer aan. Die hebben op zee geen bereik en dus staan ze dan uit. Kees heeft een sms’je ontvangen van een vriendin van Hannie. Hannie is een goede vriendin van ons, waarvan we vorige week afscheid hebben genomen omdat ze terminaal ziek is. We bellen het nummer en inderdaad: Hannie is overleden. We waren erop voorbereid dit bericht in onze vakantie te ontvangen, maar het raakt het ons toch diep. We wijzigen onze plannen en gaan morgen naar Delfzijl. Daar bepalen we hoe we dinsdag a.s. naar huis kunnen voor de crematie.

In de middag trekt het onweersfront over. Regen, donderslagen en af en toe windstoten tot 45 knopen. We liggen goed en we hebben geen schade. Het is flink afgekoeld en we gaan heel vroeg naar bed. Het inslapen gaat slecht, we denken aan Hannie.

Vrijdagochtend maken we om half negen los. Terwijl we daarmee bezig zijn, steekt de mevrouw van de boot voor ons haar hoofd uit het voorluik en vraagt ons naar onze bestemming. We antwoorden dat we naar Delfzijl gaan. Waarop zij enigszins verwonderd vraagt of we dat dan tegen de stroom in gaan doen. Kees legt uit dat we er ongeveer drie uur over zullen doen en dat de stroom pas om twaalf uur tegen gaat staan. Het hoofd verdwijnt en wij vertrekken. Als we wat later op de Eems zeilen, zien we boot van de mevrouw ook de haven uitkomen en achter ons aan varen. Waarschijnlijk is het rekenwerk opnieuw gedaan.

Om half twaalf zijn we bij de ingang van het kanaal naar Delfzijl. De boot van de mevrouw achtervolgt ons nog steeds, maar als wij doorvaren naar de jachthaven, buigt zij af naar de sluis van Farmsum.

Eenmaal afgemeerd in een vrije box starten we het internet op en vinden een autoverhuurder. We bellen en maken een afspraak om dinsdag om 08:00 uur een Kia Picanto op te halen en deze op woensdag voor 08:00 uur weer in te leveren.

Met de havenmeester spreken wij af in de huidige box te kunnen blijven liggen minstens woensdag. Want pas dan zullen we verder kunnen varen.

Vrijdagavond ruimen we op en gaan heerlijk douchen, want dat is hier allemaal heel goed verzorgd. Op zaterdag slapen we eerst eens goed uit en gaan na ontbijt wat boodschapjes doen in de stad. Er blijkt vandaag Delfzijl Uitdagend te zijn. Vanmiddag presenteren allerlei culturele verenigingen en instellingen zich op een soort uitmarkt.

We lopen ’s middags weer naar de stad en kijken wat rond op de uitmarkt. Het is geen lekker weer en het is ook niet druk. We kijken even bij het open podium naar een voorstelling van buikdanseressen en naar het optreden van een plaatselijke bluegrass groep. We lopen terug om nog even halt te houden bij een straatzanger, die niet onverdienstelijk wat songs van Bruce Springsteen en Graham Nash ten gehore brengt. Dan vinden we het genoeg en lopen bij een chinees binnen. Na het verorberen van een Indische rijsttafel voor twee personen zijn we twee uur later weer terug op de boot.

De avond ‘genieten’ we van een dvd. Een krijgertje met de titel Hartenstraat. Nadat we deze bekeken hebben, leggen we de dvd op de stapel voor “om te ruilen boeken en dergelijke in jachthavens”.

Het is zondagnacht en -ochtend nat en koud. We vermaken ons met het inschrijven van het scheepsjournaal en het invoeren van dit blog.

Foto’s

3 Reacties

  1. Jan:
    25 juni 2017
    Een redelijk voorspoedige start dit jaar. Wel een domper met het overlijden van jullie vriendin Hannie. Gelukkig waren jullie nog niet te ver van Nederland om haar crematie bij te wonen. Hopenlijk verloopt de rest van jullie reis voorspoedig.
    Heb een fijne vakantie gehad in Madeira.
    Groetjes, Jan
  2. H. Smits:
    25 juni 2017
    Hallo Kees en Irene.
    Wat een mooie start met mooi weer.
    Toch een domper met Hannie. Ze is na een lang ziekbed overleden wat jullie zagen aankomen.
    Toch is het nu definitief.
    Wij wensen jullie sterkte met dit verlies maar ook een
    mooie voortzetting van jullie reis.
    Heel veel groeten .
    Cor en Herma.
  3. Kees:
    26 juni 2017
    Irene, Kees,

    Ik schrik van het bericht dat Hannie is overleden, wist niet dat zij ernstig ziek was. Maar goed dat jullie tijd hebben gehad om bij de crematie aanwezig te zijn. Wij wensen jullie nog veel vaar plezier, en dat gaat wel lukken als ik dit lees. Hier nog 3 weken werken en dan gaan wij 4 weken naar Noorwegen.

    Groet Sjan en Kees