Bijna thuis

26 augustus 2015 - Nieuwpoort, België

Op vrijdag de 14e augustus doen we, als het droog geworden is, eerst boodschappen. De supermarkt ligt op tien minuten lopen vanaf de boot. We maken ons eten klaar en na het eten lopen we nog even naar de grote haven van Le Havre. Bij terugkomst zien we twee steenlopers op de steiger vlakbij de boot. Zij maken dankbaar gebruik van de resten, door de meeuwen achterlaten in de opengebroken mossels.

Op zaterdag is het mooi weer als we opstaan. De weersverwachting is helaas minder positief: buien en wind uit het NW kracht 6 met uitschieters tot 40 knopen. We blijven nog even liggen in Le Havre. We besluiten een bustocht te gaan maken.

We lopen naar het trein- en busstation, wat minstens een half uur lopen is, en zoeken uit welke busdienst we moeten nemen. Aanvankelijk wilden we naar Honfleur, waarbij we over de grote brug, Pont de Normandie, zouden rijden. Maar deze bus vertrekt pas over anderhalf uur en zolang willen we niet wachten. We kiezen voor de bus naar Caudebec, waarbij we in Villequier zullen uitstappen. Het meisje van het Office de Tourisme heeft ons dit plaatsje aangeraden.

We stappen in en moeten twee hele euro’s per persoon betalen. We zitten daarvoor ruim anderhalf uur in de bus en zien een groot deel van het achterland van Le Havre en hele stukken van de Seine. Maar tegen de tijd, dat we in Villequier zijn, stortregent het. We stappen uit en schuilen een half uur in het bushokje. We hebben een probleem: er hangt wel een lijst van vertrektijden naar Caudebec, maar niets voor de richting Le Havre.

Als het weer wat opknapt, lopen we naar het kerkje en zien het graf van Adéle, de vrouw van Victor Hugo. Het kerkje zelf is niet echt interessant. Een kasteel ligt op enige afstand van het dorp, maar wij hebben even geen zin in een lange wandeling. We lopen terug naar de oever van de Seine, eten onze meegebrachte lunch op en gaan uit voorzorg richting bushalte.

Nadat we daar een twintigtal minuten hebben rondgehangen en we geen inwoner van het dorp hebben ontmoet, gaat Kees op zijn I-Phone op zoek naar een dienstregeling op internet. Na enig speurwerk komt hij er achter dat de volgende bus over vijf minuten wordt verwacht. Dat worden er uiteindelijk tien, maar dan zitten we weer voor twee euro anderhalf uur in de bus en zien we het landschap in omgekeerde volgorde langskomen.

Terug aan boord zoeken we een weerbericht op. Het ziet er goed uit. Morgen gaan we weg uit Le Havre.

Op zondag 16 augustus liggen we al om zeven uur buiten de pieren van Le Havre. Aanvankelijk staat er een frisse wind, die ons rap buiten het zicht van de haven brengt. Maar plots is het gedaan en rollen we ons voorzeil in om een uurtje op de motor verder te varen.

Net voorbij de olieterminal van La Heve komt de wind terug en kunnen we – langzaam – zeilend richting Dieppe komen. Ter hoogte van Etretat – geboorteplaats van het Impressionisme – gaat het ons echt te langzaam en besluiten we de motor weer bij te zetten. Pas als we in de buurt van Dieppe komen is er weer voldoende wind om alleen zeilend verder te gaan.

Tegen vier uur lopen we binnen en worden door een havenmeester naar een box aan de gastensteiger verwezen. We zien de Nickel van Kees en Tokki liggen en de Janboel van de familie Govers uit Oss.

We lopen naar het havenkantoor en melden ons. Omdat we met de Salacia hier voor de eerste keer zijn, moet men onze scheepspapieren hebben. En die hebben we niet bij ons. Wij dus weer de hele haven rond terug naar boot. We hebben geen code voor de toegang naar de steiger gekregen (en er ook niet omgevraagd). Gelukkig staat de poort open, omdat een gezelschap duikers met het inladen van auto’s bezig is. De boot open gemaakt, papieren bijeengezocht, en wij weer terug naar het kantoor. De juffrouw glimlacht als ze ons weer ziet. We menen enig sadisme in het lachje te zien. Ze voert snel en niet geheel zonder fouten de gevraagde gegevens in de computer in. Wij betalen en lopen nog even het stadje in.

We liggen niet erg rustig. De deining loopt hier de haven binnen en wij liggen aan de eerste steiger achter de wavebreak, welke de golven wel tegenhoudt, maar de deining niet. Ook moet ’s nachts de loodsenboot nog even een dienstje doen. Die ligt vlak voor ons en laat zeker een kwartier zijn koude motoren op temperatuur komen. De uitlaatgassen waaien zo onze boot binnen. Dan vertrekt hij om een uurtje later weer terug te komen. Wij dus weer wakker.

De maandag begint met een bezoek aan de bakker. Onze “eigen” bakker is op maandag gesloten, maar Kees vindt een alternatief een paar honderd meter verderop. Bakkers zijn in Frankrijk zelden ver te zoeken.

Kees van de Vaart van de Nickel komt even groeten en we nodigen hem en Tokki uit voor een kopje koffie bij ons aan boord. Het wordt een gezellige morgen. ’s Middags lopen we door de stad en langs de kermis aan het strand. We bereiden de reis van morgen voor en gaan niet te laat naar bed. Deze nacht is het gelukkig wel lekker rustig en slapen we goed.

Dinsdag, 18 augustus, is het koud en er dreigt regen. Om acht uur zeilen we weg. Aanvankelijk zeilen we halvewinds (wind dwars inkomend). Later komt de wind meer van achteren en kunnen we de gennaker zetten. Dan zwakt de wind af en komt plots recht van voren. Snel de gennaker geborgen en de boot op een nieuwe koers gebracht. De wind blijft zwak en met de motor bij proberen we toch nog op snelheid te blijven.

Een paar mijlen voor de haven van Boulogne begint het zowaar nog even flink te waaien. We zitten nu bijna recht voor de wind en zijn bang voor een gijp. In de havenopening draaien we een stormrondje om het grootzeil over de andere boeg te krijgen. Onder zeil varen we richting jachthaven en even later kunnen we in de beschutting van de havenpier onze zeilen strijken. Om zes uur meren we af aan ons kleine steigertje met de dikke paal. Niet iedereen wil hier liggen, maar wij hebben er inmiddels ervaring mee en leggen zonder problemen aan.

Op woensdag blijven in Boulogne. We lopen de stad in en als we terugkomen worden we door de Down Wind, een Belgisch jacht dat ook dagenlang in Le Havre heeft gelegen, aangeroepen. Ze hebben te veel makrelen gevangen en wij krijgen er vier. Op de boot snel de vissen in de rookoven klaargemaakt. We hebben al gegeten en dus gaan de vissen, na te zijn bereid, nu de koeling in. Wij lopen nog een rondje richting strand.

Donderdagmiddag rond het middaguur vertrekken we richting Duinkerke. Het is koud en het motregent. We hebben eigenlijk geen van beiden veel zin, maar morgen wordt het vanwege de getijdestromingen weer een drie kwartier later dat we kunnen vertrekken. Dus gaan we maar.

We scharrelen de eerste mijlen richting Cap Gris Nez dicht langs de kust, omdat daar de noordgaande stroom het eerste op gang komt. Bij de kaap krijgen we stroom nu echt mee en met af en toe acht knopen over de grond vliegen we naar Duinkerke.

We willen morgen meteen verder en dus hebben we geen voorkeur voor een jachthaven. We kijken met de verrekijker naar de oude haven verderop en zien de hele gastensteiger vol liggen. We varen de haven aan onze linkerhand binnen en krijgen te horen dat we moeten stapelen aan de gastensteiger. Als Kees de havenmeester wijst op de lege plekken aan een andere steiger mogen we daar toch afmeren. Onderhandelen helpt soms in Frankrijk. Om half acht liggen we vast.

Op vrijdag is het schitterend weer en om half één zijn we bij Duinkerke buiten de pieren. Er staat een zwakke ZW-wind en we hebben nog minstens twee uur de stroom tegen. We varen héééél langzaam richting de Suydcote-pas. Pas hier krijgen we de stroom mee. We hebben geen haast en met een slakkengangetje varen we met alleen onze genua op richting Nieuwpoort. We genieten van het mooie weer en pas tegen acht uur meren we af in een box bij de jachthaven van de luchtmacht. Het was een mooie dag.

Op zaterdag is het tropisch. We zetten alle luiken open en dekken de kuip af met ons zonnetentje. Het is de eerste keer, dat het doek dit jaar gebruikt wordt. De hele dag zitten we aan boord en bekijken de drukte in de haven. Het lijkt wel of iedereen vandaag wil varen. Tot twee uur gaan de meeste boten richting zee en na vieren komen de meesten weer terug. Wij hebben vandaag een ATV-dag en doen bijna niets.

De zondag begint weer zomers, maar er wordt heel slecht weer voorspeld. Onweersbuien en harde wind worden voor de tweede helft van de middag verwacht. Inderdaad komen de buien, maar het onweer valt mee. We hebben op tijd de tent over de kuip gezet en liggen met onze boeg naar het westen. De windvlagen zijn heftig, maar niet gevaarlijk hard. Onze windmeter registreert een maximale vlaag van 32 knopen.

Na het avondeten knapt het weer op en maken we wandeling naar het Albert I monument. We lopen rond de sluizen in de Yzer-monding en ontdekken een ijswinkel, Oma’s IJs, waar ook suikervrij ijs wordt verkocht. Likkend aan ons ijsje lopen we terug naar de boot en maken alles goed dicht, want er wordt nog veel meer ellende voorspeld.

Het is inderdaad een zeer onstuimige nacht. Donder, bliksem, wolkbreuken en windstoten houden ons uit onze slaap. Pas tegen de ochtend vatten we de slaap.

Maandagochtend staan we pas tegen half tien op. We ontbijten, zoeken weerberichten en plannen het vervolg van onze reis. Het komend weekend wordt er zomers weer voorspeld in Zeeland. We willen dan op de Oosterschelde zijn. We overwegen de opties. Van Nieuwpoort naar Blankenberge en dan naar de Oosterschelde of rechtstreeks vanaf Nieuwpoort naar de Oosterschelde. Rekening houdend met het tij kunnen we beter de reis in twee etappes maken. We zetten beide routes in de plotter en maken een wandeling.

We lopen via het natuurterrein, De Yzermonding, naar de pont naar Nieuwpoort Bad. Via Nieuwpoort Bad gaan we naar Nieuwpoort Stad en dan over de brug terug naar de haven. Onderweg kopen we twee verlichtingsarmaturen voor de boot. Niet dat we die meteen nodig hebben, maar als reserve mocht er ergens een kapot gaan. Want zijn ze over een paar jaar nog wel te koop? We hadden er al eerder naar gezocht, en toen niet gevonden.

Op dinsdag is het nog steeds regenachtig, winderig en koud. We wandelen via het natuurgebied naar het strand, lopen om het militaire terrein heen naar het dorp Lombardsijde en vandaar weer naar de haven. Als het later weer harder gaat regenen, duiken we onder en met de verwarming aan zitten we binnen en lezen.

Vandaag, woensdag, werken we de website bij en zetten de boot weer in de vaar-modus. De tent is droog en opgeruimd en binnen is alles weer op zijn vaste plaats gezet. Morgen gaan we naar Blankenberge. Oostende Radio meldt ondiepe plekken in de havengeul van Blankenberge. We moeten er rond hoogwater aankomen of anders doorvaren naar Zeebrugge. We zien morgen wel.

Foto’s

1 Reactie

  1. H. Smits:
    26 augustus 2015
    Het zit er bijna op en wij wensen jullie een goede thuisreis.
    Dank voor alle mooie reisverhalen.
    Leuk zo jullie te kunnen volgen.
    Heel veel groeten en....welkom thuis!