Op binnenwater rommelen

6 augustus 2016 - Oostmahorn, Nederland

We liggen in de ochtend van dinsdag 26 juli nog steeds in Delfzijl. We beraden ons over het vervolg van onze tocht. We voelen inmiddels veel voor het varen van de staande mast route naar Lauwersoog. Het boekwerk of atlas van deze route is nergens meer te koop. We moeten ons behelpen met de ANWB-waterkaarten en informatie van Rijkswaterstaat via het internet. Dit laatste is ons gelukt. We hebben van alle bruggen en sluizen de bedieningstijden kunnen downloaden en zijn zo meer up-to-date dan een publicatie van de ANWB.

Kees rijdt op de fiets naar de Nautische Unie en koopt de Wateratlas van Groningen en Drenthe. Dan begint het weer te regenen. We bereiden de tocht naar Lauwersoog voor. We hebben geen haast en houden rekening met een aantal stops. We zoeken de bedieningstijden en marifoonkanalen van de diverse bruggen en sluizen op en kijken waar voor ons mogelijke aanlegplaatsen liggen.

Als het later in de middag droog wordt lopen we nog even naar het strandje bij het Eemshotel en vermaken ons met de PokemonGo spelers. Er blijkt een beestje bij de sloot onder aan de dijk te zitten. Veel sportieve spelers die het lopend doen, maar zelfs een gezelschap met vier jongelui in een auto en een gehandicapte met begeleider op een scootmobiel.

We ruimen de genua op. Die is droog en we denken deze de komende dagen niet meer nodig te hebben. Ook halen we de tent van de boot, zodat ook die droog opgeruimd kan worden.

Woensdagochtend tanken we eerst water en dan varen we naar de tanksteiger en vullen de dieselvoorraad aan. We nemen afscheid van de havenmeester en varen op de motor naar de zeesluis van Farmsum. Een tochtje van twintig minuten. We melden ons en horen, dat we moeten wachten op de grote sluis, die op dat moment net gevuld wordt vanaf het kanaal. Dat duurt even, maar een driekwartier later zijn we geschut en varen we het Eemskanaal op.

Het kanaal is over grote delen recht en niet erg mooi. We passeren de Eelwerder-, Wold-, Bloemhof-, Borg- en tenslotte de Driebondsbrug en zijn dan om tegen half twee bij de haven van de Groninger Motorboot Club. Met onze diepgang en zonder boegschroef is het even manoeuvreren tot we in een box liggen. Het is een leuk klein haventje met gezellige mensen aan de oostkant van de stad Groningen. Er ligt buiten ons nog één onbemand zeiljacht, maar gelukkig komen er later nog drie zeilboten bij, zodat we ons niet meer zo alleen tussen al die motorschippers voelen.

We maken ’s avonds nog een wandelingetje langs de Oostersluis, die het begin van het Van Starkenborg kanaal markeert. Via het Oosterpark lopen we weer naar de haven.

In de nacht naar donderdag de 28ste, heeft het hard geregend. We staan laat op. Na het ontbijt lopen we naar het centrum van Groningen en omdat we hier al eerder waren dit jaar, lopen we meteen door naar het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Het is een klein, maar zeer onderhoudend museum en we blijven een paar uur binnen. Dan eten we kibbelingen op een bankje op de Grote Markt en wandelen terug naar de jachthaven.

Aan het eind van de middag regent het nog even, maar na het eten klaart het weer op. We zitten nog even in de kuip en spreken af morgen door de stad Groningen te varen.

We staan op vrijdagochtend op tijd op, ontbijten en wurmen ons het kleine haventje uit. Om even voor negenen liggen we voor de eerste brug met nog vijf jachten te wachten voor de Berlagebrug. Klokslag negen uur gaan de lichten op rood-groen en gaan de bomen voor het verkeer dicht. Dit is een opmaat voor een konvooivaart door Groningen, die ons na deze eerste brug nog langs vijftien andere bruggen voert. Het gaat redelijk vlot en al na om elf uur varen we Reitdiep jachthaven aan de andere kant van Groningen binnen.

Hier is het even kritisch, omdat de keersluis een drempel heeft die 200cm diep ligt. De peilschaal geeft echter 210cm diepte aan, maar Kees vaart toch uiterst langzaam de haven binnen. Beton is hard.

Alles gaat goed en we meren in een vrije box af. We melden ons op het havenkantoor en gaan dan snel schuilen op de boot. Het regent gelukkig niet lang, maar er komt meer wind en die waait recht van achteren. We zien een vrije box tegenover ons aan dezelfde steiger, maken los en meren daarin opnieuw af. Nu hebben we de wind van voren en kunnen beschut in de kuip zitten.

We maken een korte wandeling over het havencomplex. Een project in ontwikkeling, met huizen in Scandinavische kleuren, een slechts half gevulde jachthaven en een paar winkels in een verder leegstand winkelcentrum. Gelukkig is er wel een grote Jumbo supermarkt, waar we dan ook onze levensmiddelenvoorraad aanvullen. Verder is hier en in de directe omgeving niets te beleven.

De volgende dag, het is zaterdag, verlaten we om half tien weer heel voorzichtig de jachthaven en varen het Reitdiep op. Voor ons is net een Duitse motorboot vertrokken, die de zelfde richting opvaart. Hij meldt zich bij alle bruggen en het sluisje, moet dan wachten tot wij hem weer ingehaald hebben en met zijn tweeën kunnen we dan verder. Na een tijdje snapt hij het en gaat minder snel varen en blijft vlak voor ons.

Dan zien we een aanlegplaats en proberen daar aan te leggen. Helaas, op ongeveer een meter blijven we steken. Het is er voor ons te ondiep. We gaan verder. Bij kilometerpaal `25` vinden we een volgende aanlegplaats. Helemaal leeg en een bos, dat de westenwind tegenhoudt. Omzichtig varen we er naartoe. We kunnen aanleggen en met nog 20cm onder kiel hebben we ook nog wat marge.

Het is een geweldige plek. Beschut tegen de wind, geen wegen of paden in de buurt. Rust in het Groningse land. We liggen er twee nachten. Zondagmiddag trekt er een onweersbui over. Het regent zo hard, dat het water van het Reitdiep wel op grof schuurpapier lijkt. Er staat amper wind en het duurt dus even voor de bui voorbij is. Het water loopt in beekjes over het dek van de boot. Na regen komt gelukkig zonneschijn en dus hebben we zondagavond nog een mooie avond.

Maandag begint met buiig weer. Het is fris en we hebben geen haast om te vertrekken. Om half elf klaart het definitief op en we verlaten deze prachtige plek. Het is niet ver naar Zoutkamp.

Het Reitdiep is hier breder, maar ook ondieper. We lopen zelfs binnen de betonning  een keer vast. Het is gelukkig drab en met een beetje meer gas op de motor ploegen we er doorheen. Middenop is het water gelukkig dieper en hebben we vrij baan naar Zoutkamp.

We kijken eerst naar de mogelijkheden in de gemeentehaven, die voor de brug ligt. De vrije plekken langs de steigers zijn bijna allemaal bezet en waarschijnlijk lig je hier vanavond dubbeldik. We hebben daar geen zin in gaan door de brug. Vlak daarachter ligt jachthaven Het Hunzegat. We zien een vrije box, direct voorin de haven. Het zuidwesten, waar de wind het vaakst vandaan komt, ligt recht achter ons en dus besluit Kees achterstevoren af te meren. Achteruitvarend gaan we de box in en stoppen af. En dan liggen we vast in de modder. Met wat mankracht krijgen we de boot langszij de vingerpier. Door te schommelen baggeren we zelf een geultje voor onze kiel, waardoor we toch blijven drijven.

Die middag lopen we naar het `centrum` van Zoutkamp. Een pleintje met een paar winkels en een kade van de gemeentehaven met wat restaurants, veel meer is het niet. Er zijn veel woningen, die nodig wat onderhoud nodig hebben. Het geheel is tekenend voor economische achterstand van dit deel van ons land. Maar vanuit een andere hoek bekeken, kun je het ook pittoresk noemen.

We weten, nu we in de buurt van Lauwersoog zijn gekomen, nog steeds niet hoe we verder gaan. Buitenom via de Waddeneilanden, of binnendoor via Friesland naar Harlingen of Lemmer. Het varen over de binnenwateren is ons als onderbreking van het zeezeilen best goed bevallen.

Dinsdag raken we met een echtpaar uit Harlingen in gesprek. Zij vertellen ons dat alle havens op de eilanden vol liggen. Op korte termijn komt hierin weinig verandering. Zo verwachten zij. Het lijkt erop dat we nog zeker een week op of rond het Lauwersmeer moeten doorbrengen, voordat we naar Vlieland of Texel kunnen varen. Hmmmm…

We zijn een Deense boot tegengekomen, die met twee meter diepgang vanaf Harlingen is gekomen. Het zou dus kunnen om door Friesland varend daar te geraken. We denken er over na.

Dinsdagavond lopen we nog even naar het ´centrum´. We hebben daar vrije wifi en bekijken het weer. Wisselvallig en veel wind, temperaturen hier van hooguit 19 graden. We blijven nog maar een dagje langer.

Als we woensdag wakker worden, is het ronduit slecht weer. Het regent en waait. We blijven nog even lekker onder de wol. Pas na de middag klaart het op en we trekken onze wandelschoenen aan. We maken een stevige wandeling door het buitengebied van Zoutkamp. Mooie tocht, die langs de Theefabriek in Houwerzijl voert. Onderweg bepraten we weer het vervolg van onze tocht. We nemen een besluit: we varen via Friesland. Het weer blijft voorlopig wisselvallig, met mogelijk een opleving in het weekeinde.

’s Avonds kopen we bij de havenmeester een waterkaart van Friesland en bereiden de tocht langs Dokkum, Leeuwarden en Franeker naar Harlingen voor. We gaan zeker niet naar Lemmer, want tot 18 augustus worden op de Friese meren allerlei wedstrijden gezeild. Stremmingen van de vaarwegen zijn er dan dagelijks. Vanuit Harlingen kunnen we dan via Vlieland, Texel of Den Helder de Noordzee op, of via de Afsluitdijk (Kornwederzand of Den Oever) het IJsselmeer op. Als we langzaam door Friesland varen, zal de drukte op de Waddeneilanden tegen die tijd ook wel zijn afgenomen.

Donderdagochtend maken we de boot klaar voor vertrek, maar gaan nog niet. We doen boodschappen, drinken koffie en blijven nog steeds liggen. Er vallen buien en het waait weer hard. We willen naar een aanlegplaats in het Lauwersmeer varen. Maar met dit weer aan een steigertje in het kale land . . . en dus liggen we ’s avonds nog steeds in jachthaven Het Hunzegat in Zoutkamp.

De havenmeester komt langs en vraagt ons naar een andere ligplaats te verkassen. De eigenaar van de huidige ligplaats komt terug. Na het avondeten maken we los en gaan eerst aan de drinkwatersteiger water tanken. Dan leggen we aan in de toegewezen box. Ook hier zitten we met de kiel in de modder en moeten we de laatste halve meter de boot met veel handkracht tegen de steiger trekken. We liggen mooi beschut achter een brede rug van een hoge motorboot.

Vrijdagochtend lijkt het weer wat beter en we zijn al snel onderweg het Lauwersmeer op. Bij de eerste aanlegsteiger blijven we op tien meter afstand al steken: veel te ondiep. We varen verder, maar vinden geen passende aanlegplaats. Dan maar ankeren. We denken een mooie plaats gevonden te hebben, maar op weg daar naar toe lopen we vast. Niet in de modder, maar op een harde zandbank. Met moeite krijgen we de boot 180 graden gedraaid en met volgas komen er na tien minuten af.

We varen een omweggetje en via dieper water komen we op de ankerplek. Anker neer en genieten. Het waait nog behoorlijk en we hebben geen beschutting. Gelukkig draait de wind naar het beloofde noordwesten en komen wij achter een eiland te liggen.

De nacht is kalm en op zaterdag ochtend verwonderen wij ons over de indrukwekkende wolkenluchten. Helaas blijft het niet helemaal droog. Om elf uur knapt het op, we halen ons anker op en varen naar de jachthaven van Oostmahorn. Dat is een afstand van zeker 3 mijlen en om twaalf uur zijn we alweer afgemeerd aan de passantensteiger. De hemel wordt helemaal blauw en hier in de haven is het zelfs zomers warm. We werken het logboek en dit blog bij en zullen vanavond na het eten wel een wandelingetje maken door de omgeving.

Foto’s

1 Reactie

  1. H. Smits:
    6 augustus 2016
    Wat een mooi verhaal weer en je ziet wel dat ons eigen land ook mooi is ondanks wisselvallig weer.We wensen jullie nog een mooie voortzetting van jullie reis en hopen dat er nog wat zomerweer aankomt.Heel veel groeten van ons.
    Cor en Herma