We laten ons niet vangen

25 juli 2016 - Delfzijl, Nederland

In de avond van woensdag 13 juli onweert het in Glückstadt wel, maar een zware bui is het niet. We liggen goed beschut in de binnenhaven en hebben een heerlijke nachtrust. Als we opstaan moeten we ons zelfs nog een beetje haasten om de trein van 10:09 uur naar Hamburg te halen.

Op het perron koop je kaartjes bij een automaat. Wij kopen twee dagkaarten en sparen zo wel zestig cent uit. Het gaat allemaal nogal traag. Het lijkt er op, dat wij in automatisering verder zijn dan de Duitsers. De laatste reizigers in de rij komen niet aan de beurt en moeten dus een kaartje kopen bij de conducteur, die op haar beurt weer foetert, dat ze geen kaartverkoper is.

We rijden in ruim vijftig minuten met de Nordbahn naar Hamburg Hauptbahnhof. Op het station zit een tourist information, waar wij een plattegrond van Hamburg bemachtigen. We plannen een wandeltocht, die eindigt bij het station Hamburg Altona. De belangrijkste highlights nemen we er in op.

We lopen eerst naar het stadscentrum om de gevel van het Rathaus te bekijken. Onderweg daar naar toe komen we langs twee kerken: St. Jacobi kerk en de St. Petri kerk. Even binnen kijken om er na tien minuten weer uit te komen. Niet geweldig. Op het plein voor het Rathaus wordt een tijdelijk dorp voor de marathon van het komende weekeinde neergezet. Veel “bouw”-verkeer en dus erg druk.

Via een mooi herbouwd deel met grachten gaan we dan richting de Speicherstadt. Dit is een Unesco werelderfgoed en pas enkele jaren terug geheel hersteld van de schade opgelopen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het staddeel bestaat uit drie lange grachten met grote pakhuizen. De meeste gebouwd in de negentiende eeuw.

Dan lopen we door naar de veel moderne Hafen City. Dit lijkt wel wat op het nieuwe hart van Rotterdam. Kantoren, eetgelegenheden, brede wandelgebieden en moderne bruggen. Het maakt een levendig geheel en wij eten er onze lunch: Currywurst Extra en een kop koffie.

Dan lopen we langs het water naar het allerlaatste hoogstandje in architectuur: de Elbphilharmonie. De concertzaal is nog niet helemaal klaar en er staan nog hekken en bouwketen omheen. In augustus is het eerste concert gepland. De gevel en de situering zijn indrukwekkend; of het gebouw de voortzetting is van de rivier, waaruit het oprijst.

We steken de oude Binnenhaven over en komen bij de jachthaven. Ook hier zijn we weer blij, dat we hier niet zijn met onze boot. Wat is het hier onrustig met duizenden toeristen, die langs de kade slenteren, en de vele rondvaartboten, die voor de nodige golfslag zorgen.

Direct naast de jachthaven begint dé trekpleister van Hamburg: de Landungsbrücke. Een kleine kilometer betonnen drijvende steiger voor de rondvaartboten met verkoopkantoortjes voor kaarten, met terrasjes en souvenirwinkeltjes en op het bovendek een wandelpromenade. Veel volk en dus gezellig.

Wij lopen de Landungsbrücke af en buigen af naar St. Pauli en wandelen de Reeperbahn af. Het is hier meestal vergane glorie en het ziet er allemaal sober uit. Veel aangeschoten jongelui. En dus lopen wij door. Bij station Altona hebben we even tijd voor een versnapering bij de Mc Donalds. We pakken de trein weer en rond zes uur zijn we terug aan boord. Wel moe van het lopen, maar blij dat we zo een indruk hebben gekregen van Hamburg. We zullen er zeker nog eens naar toe gaan om wat meer in de diepte te gaan kijken.

We hebben onze buikjes nog vol van de currywurst en we eten maar weinig. Wel hebben we veel dorst en die laat zich lessen.

Vrijdagochtend is het weer omgeslagen. Het is koud en af en toe regent het. We hadden ons voorgenomen om de boot te luchten en alles een schoonmaakbeurt te geven, maar door het weer gaat dit niet door. We plannen daarvoor in de plaats onze verdere reis.

Door het weinig stabiele weer en de telkens weer opstekende west tot zuidwesten winden van zes Beaufort en meer en de verhalen van het slechte weer in de Oostzee zien we af van het doorvaren van het Kielerkanaal. We laten ons niet vangen en blijven aan deze kant van Sleeswijk-Holstein. Ons eerste doel wordt nu: het afvaren van de Elbe naar Cuxhaven. Vanaf daar hebben we dan weer keuzemogelijkheden: de monding van de Jade en de Weser, Helgoland, de noord Friese eilanden of de Duitse Waddeneilanden. We zullen zien.

Ons oude witte plastic afwasbakje is gesneuveld. Sinds eergisteren zit er een barst in de bodem. Gisteren hebben we in een witgoedzaak een afwasbak gezien, maar deze was in gebruik en werd daar niet verkocht. Op onze vraag “Waar dan Wel?” antwoordde de vriendelijke schoonmaakster ons “Bij de Jawohl of mogelijk in een supermarkt”. Aangezien we vandaag niets te doen hebben, lopen we naar de dichtstbijzijnde super, een Edeka. En jawohl: hier verkoopt men afwasbakjes. Wij blij en met gemengde gevoelens nemen we afscheid van onze Witte, die ons vele jaren gediend heeft. Witte verdwijnt in de vuilcontainer.

We nemen een borrel om de kilheid wat te verdrijven en liggen vroeg op bed.

Zaterdag is het weer wat verbeterd. We gaan via een mooi park terug naar de Edeka en doen er uitgebreid boodschappen. De weersvoorspellingen beloven ons wat beter weer. Morgen, of anders maandag, zouden we kunnen vertrekken.

We lopen nog een keer naar het centrale plein in Glückstadt en zien daar een gezelschap voor een huwelijk, dat net gesloten is of dat nog gesloten moet worden. Mooie galajurken, maar met kippenvel op de aan weer en wind blootgestelde lichaamsdelen.

Na het avondeten lopen we nog even naar de buitenhaven en kijken uit over de Elbe. Het is fris en we duiken snel onder.

Zondag is het weer inderdaad verder verbeterd. We maken de boot klaar voor vertrek en wachten tot de keersluis openstaat. Dan maken we los en met een enkele oproep op de marifoon gaat de loopbrug open en varen we de buitenhaven in.

We wachten een uurtje aan de wachtsteiger en varen dan de Elbe op. We hebben een dikke stroom mee en een forse wind tegen. We varen op de motor naar Cuxhaven. Vlak voor de invaart naar de jachthaven is de invaart naar de industriehaven. Een olieboot komt ons achterop en kruist ons voorlangs om de industriehaven in te lopen. Hij laat daarbij een lang hoornsignaal horen, waarvan wij in eerste instantie denken, dat er iets mis is met zijn motor. Het geluid lijkt wel op het loeien van een verkouden, maar zeer bronstige, stier.

Rond zeven uur in de avond liggen we afgemeerd in de jachthaven van Cuxhaven. We zien verschillende boten liggen, die er een week geleden ook al lagen, en die nog steeds wachten op beter weer om naar het westen te varen. In de afgelopen week hebben wij gelukkig wel iets gedaan, dan liggen wachten.

Maandag, 18 juli, lopen we even bij onze buurtjes van de vorige keer langs. Zij hebben het niet aangedurfd om naar Helgoland te varen met hun motorboot, en vieren hun vakantie nu in Cuxhaven. Wij horen eindelijk positieve berichten over het weer. Morgen en overmorgen wordt het een paar dagen zomer. We plannen onze tocht naar Borkum. De rest van de dag doen we rustig aan.

Dinsdag loopt het tij om half vier. Vertrekken we in de ochtend, dan komen we in de late avond op Borkum aan. Bij enige vertraging moeten we Borkum dan in het donker binnenlopen. Omdat we er nog nooit geweest zijn, is dat een slechte optie. Wij vertrekken daarom in de middag en komen dan in de ochtend aan. Daarvoor zijn we dan wel een nacht op zee. Dat hebben we wel vaker gedaan en is dus geen echt probleem. Bovendien is het deze nacht volle maan en het zal helder zijn (met mogelijk wat mistbanken op de kust).

Om drie uur ’s middags maken we los en leggen aan bij de tanksteiger om onze tank te vullen met gewone diesel. Dan gaan we op weg. We varen aan de “groene” kant van de Elbe-monding van ton naar ton. Er staat nauwelijks wind en alles gaat op de diesel.

In de late schemering doorkruisen we het ankergebied voor de Weser-monding. Er liggen ongeveer vijftien schepen. Ze blijven gelukkig allemaal rustig liggen en we varen er zonder problemen tussendoor. Ondertussen is het een heel klein beetje gaan waaien en hebben we ons grootzeil erbij kunnen zetten.

De volle maan komt op en de zon gaat onder. Het wordt deze nacht niet donker. Tegen half vier is er zoveel wind bijgekomen, dat we kunnen zeilen. Het schemert alweer en we genieten. Dit is waar je op hoopt, maar zelden krijgt.

Om acht uur zijn we ten noordwesten van Borkum en liggen voor het zeegat naar de Eems. De wind komt uit zuidoosten en staat hier dus recht van voren. We laten de zeilen zakken en op de motor varen we richting zuidwesthoek van Borkum. Met de stroming tegen de wind in ontstaat hier een bokkige zee. We denken amper vooruit te komen – onze snelheid door het water daalt af en toe onder de twee knopen - , maar een blik op de plotter stelt ons gerust: vijf knopen over de grond.

Als we wat later in de luwte van het eiland komen gaat het nog wat harder: 7,5 knoop over de grond. We varen de Burkana-haven binnen en kwart voor tien meren we af langszij een ander jacht.

Deze buurman vertrekt binnen een uur en wij verhalen tot tegen het ponton. We drinken wat koffie en ruimen op. We eten onze meegebrachte maaltijd en knappen een uiltje. We lopen een klein rondje rond de haven.

Bij terugkomst is de havenmeester in de stress geschoten. Zij heeft bericht gekregen dat er een onweersfront onderweg is naar Borkum met daarin windstoten tot 10Bft. Aan de oostzijde van het ponton worden de gestapelde boten tot pakjes van twee afgebouwd, aan de westzijde mogen niet meer dan vier boten in een pakket liggen en moeten alle boten lijnen op de kant zetten. Een grote tweerompige rondvaartboot komt als windvang  voor het ponton te liggen en alle overgebleven jachten worden naar andere plaatsen in de haven gedelegeerd.

Samen met onze Zweedse buurman gaat Kees op internet kijken wat er nu werkelijk op ons af komt. Conclusie: misschien een staartje, maar het meeste trekt ver ten zuiden langs. En zo is het ook. Om half twaalf is de bui voorbij en hebben we amper regen en wind gekregen. Wel bliksemde het op enige afstand.

Donderdag de 21ste verkennen we het eiland. Met de bus rijden we van de haven naar het centrum van de stad Borkum. Het is een Kürort en dus zijn er veel sauna’s en therapeutische klinieken. Het ziet er allemaal netjes verzorgt uit. We kopen in een super twee flessen water en eten een geweldig groot bord döner, lopen de stad door en beginnen dan aan de terugtocht.

We wandelen eerst over de boulevard, dan over een weg langs het strand. Aan het eind van het strand raken we in gesprek met twee dametjes, die hier na vijftig jaar weer samen vakantie vieren. We maken van hen een paar foto’s. Dan lopen we verder. We buigen van het strand af en lopen door een geweldig natuurgebied. Het is een nat gebied en het wemelt van de vogels en er staan mooie planten. Veel paarse bloemen, omdat er waarschijnlijk nog veel zout in het water zit.

De laatste kilometers naar de haven zijn minder leuk. Je loopt alsmaar rechtuit en er zijn veel fietsers onderweg. Terug op de boot vullen we ons lichaamsvocht weer aan, want we zijn wel erg uitgedroogd.

’s Avonds lopen we toch nog even een kort rondje naar de veerhaven om het drooggevallen wad te bekijken. Het uitzicht valt tegen en we zijn weer snel terug aan boord.

Om acht uur op vrijdagochtend maken we los in Borkum. We lagen vannacht met vijf boten in een pak, waarvan wij als eerste langs het ponton lagen. Drie boten zijn al vroeg vertrokken en de Belg naast ons vertrekt gelijk met ons. We varen allebei naar Delfzijl. Wij om naar de jachthaven te gaan, zij om via de sluis te beginnen aan de Staande Mast Route naar Lemmer.

Onder motor en genua bereiken we om elf uur het kanaal naar Delfzijl. Onderweg was het mistig en motregende het af en toe. Nu schijnt de zon weer en is het warm geworden. We zoeken in de jachthaven een box met een groen schildje en meren af.

We genieten van de zon en ’s middags lopen we een eerste rondje door de stad. Delfzijl is net Oss. Een echte industriestad zonder oude kern, met veel bekende winkels: Hema, Action, Lidl, AH, Blokker . . . . Zelfs het programma van de plaatselijke schouwburg lijkt op dat van de Lievekamp. Ook de woonwijken lijken op die van thuis: zelfde huizen, zelfde flats.

De zaterdag is werkdag. Eerst naar de stad om geld te halen en om boodschappen te doen. Dan op de boot alle boodschappen wegstoppen. Het is heerlijk warm en droog weer, dus houden we grote schoonmaak.

De dekbedden worden eindelijk goed gelucht, het interieur wordt gepoetst en gestofzuigd, vuile kleren worden gewisseld tegen schone en onze bedden krijgen schoon beddengoed. Als we dan zelf ook nog eens genoten hebben van de heerlijke douches hier is het tijd voor een perfect koel glaasje witte wijn op ons achterdek, terwijl de zon ondergaat in een zwoele avond. Alleen jammer dat we tegen een smerig baggerschip aan zitten te kijken.

Zondagochtend is het mistig. Er wordt een warme dag verwacht met mogelijk onweersbuien in de middag. We raken in gesprek met een Deens echtpaar in de box naast ons. Ze hebben alles verkocht en varen nu anderhalf jaar. Ze wilden aanvankelijk “eeuwig” op de boot blijven wonen. Maar hun plannen zijn bijgesteld. Ze zijn tot in Barcelona gekomen (via Gibraltar) en zijn nu op weg naar huis. Het varen heeft hen niet gebracht wat ze ervan hadden verwacht. Wellicht waren hun verwachtingen te hoog.

We kregen van hen nuttige informatie over de Staande Mast Route. Zij zijn van Lemmer naar Delfzijl gevaren met een boot, die net als de onze twee meter diep steekt. Zij hebben maar zeer beperkt problemen met de diepgang gehad. Bij het aanleggen konden ze af en toe de oever of de steiger niet bereiken. Het vaarwater was overal voldoende diep.

Wij halen onze fietsen voor de dag en maken een tochtje naar het noordwesten. Via een extra lus over Farnsum (tegen Delfzijl aan) komen we terug aan boord.

Vandaag maken we via internet een knooppuntenroute door het gebied ten zuiden van Delfzijl. We maken wat boterhammen voor onderweg en rijden aan. Het eerste stuk tegen de wind in door een gebied, wat niet erg fraai is, maar het tweede gedeelte voert langs watertjes en het Schildmeer en is bijzonder fraai.

Terug op de boot werkt Irene het logboek bij en Kees het blog.

Foto’s

1 Reactie

  1. Kees:
    26 juli 2016
    Zo te lezen een drukke tijd achter de rug. Even toerist gespeeld in Hamburg. Cuxhaven is een bekende plaats voor mij, heb daar in een ververleden een cursus gevolgd bij een producent van systemen voor automatische veevoer installaties.
    geniet nog van de komende tijd. Ik zal jullie verhalen pas lezen na 24 augustus. vrijdag vertrekken Sjan en ik naar Peru.
    Tot horens.