Deense Zuidzee (en het weer dan?)

Zaterdag, 29 juli, werken we eerst het logboek en de website bij, voordat we in Høruphav uitgebreid boodschappen gaan doen. Het is inmiddels droog geworden. We willen de boot vandaag of morgen stofzuigen en daarvoor moeten we onder ons bed zijn.

We halen de stofzuiger tevoorschijn en dat brengt ons op het idee om vanavond onze maaltijd op de Cobb te bereiden. Een Cobb is een soort mini barbecue, die aan de buitenkant niet heet wordt en dus op de boot gebruikt kan worden. Er past een speciale blok brandstof in – de Cobblestone – die geen vonken geeft en slechts weinig rook verspreidt.

We kopen in de supermarkt een paar mooie stukken gemarineerde kalfsvlees en voorgekookte aardappelpartjes. Aan boord steken we de Cobblestone in de Cobb aan, wachten tien minuten en grillen eerst het vlees aan één kant. Daarna bakken we op de bakplaat de helft van de aardappelstukken. Dan het vlees aan de andere kant grillen, nog een glaasje wijn inschenken en wij genieten van een koninklijk maal.

We laten de Cobb uitbranden en afkoelen terwijl we de afwas doen. De zaterdag ligt achter ons.

De zondag besteden we eerst aan het doen van wat huishoudelijke klusjes. We maken het toilet schoon en we stofzuigen de boot. Het is regenachtig vandaag. We hebben van gisteren nog de helft van de aardappelpartjes over en dus gaan we nog een keer naar de super om een stuk gemarineerd rundvlees te kopen.

We grillen en bakken nog een keer en verder doen we weinig. Morgen wordt er veel beter weer verwacht en wij willen naar Sønderborg, een wat grotere stad even verderop.

Op maandag staan we niet te laat op en om tien uur staan we bij de bushalte, die vlakbij de haven ligt. Om vijf over tien kopen we bij de chauffeur kaartjes en een klein half uur later stappen we middenin Sønderborg uit.

We lopen eerst naar het noordelijk einde van het voetgangersgebied in het centrum van de stad, keren om en lopen op ons gemak zuidwaarts tot het andere uiteinde van de winkelstraat. We zien een paar mooie eettafelstoelen, maar nadat we de prijs ervan gehoord hebben, vinden we ze niet meer zo mooi: ruim € 4000,- voor zes stoelen. Wel hebben we de naam van de fabrikant gekregen. Misschien is er een winkel in Nederland, die de stoelen goedkoper aan kan bieden.

Aan het eind van het voetgangersgebied lopen we naar het water en komen zo bij de oever van de Als Sund. De Als Sund is de smalle zeestraat die het eiland Als scheidt van het vasteland van Jutland. Sønderborg en Høruphav liggen op Als. Hier ligt een brug, die eenmaal per uur opent om de recreatievaart door te laten. Langs de stad ligt een kade, waar veel toeristen wandelen. Wij zoeken een tentje om wat koffie te kopen, maar die vinden we niet. Wel kun je overal ijs krijgen. Denen zijn ijseters.

We lopen van de brug weer terug richting het koninklijk slot van Sønderborg. Het koninklijk jacht, de Dannebrog, ligt voor de deur, compleet met wacht bij de valreep. We lopen verder om het slot heen en beginnen aan het Gendarmstien.

De Gendarmstien is een wandelroute van de Duitse grens tot aan Høruphav. In de tijden van voor de EU werd er over de Förde met bootjes veel gesmokkeld tussen Duitsland en Denemarken. Deense boter naar Duitsland, Duitse drank naar Denemarken. De douanebeambten – gendarmen -  hadden toen een pad, waarlangs ze in de nacht patrouilleerden. Dit pad is nu een langeafstand wandelpad. Wij lopen het laatste stuk: Sønderborg – Høruphav, ruim zeven kilometer.

Het is een prachtig pad door beukenbossen en met regelmatig een uitzicht over de Flensburger Förde. We merken op, dat het bos hier zoveel gezonder is dan bij ons in Brabant. We vinden het er zelfs beter uitzien dan de bossen op de Veluwe. Het pad wordt veel gebruikt. Wandelaars, maar ook veel fietsers. Gelukkig is het pad verhard met gravel en is de schade door de fietsers niet groot en is de overlast voor wandelaars door de breedte ervan ook niet hinderlijk.

We komen moe, maar zeer voldaan, in de haven aan. We maken van het overgebleven vlees een maaltijd, bereiden de reis van morgen voor, maken de boot klaar voor vertrek en brengen de avond door in de kuip van onze boot, onderwijl een praatje makend met het Duitse echtpaar naast ons.

Dinsdag is het al vroeg warm en staat er nauwelijks wind. We varen de haven van Høruphav uit en zetten de zeilen. Met een heel klein gangetje zeilen we de Flensburger Förde uit en gaan op weg naar Marstal op het eiland Ærø. We hebben de wind tegen, dus moeten we laveren. Dat houden we vol, totdat we ongeveer halfweg zijn. Dan is de wind echt helemaal weg. We starten de motor en met een kalm gangetje varen we naar Marstal. Onderweg ruimen we de zeilen alvast op.

Het is druk in de haven van Marstal en we moeten zoeken naar een plaatsje. We zien een lege plek, maar die is te smal. We passen niet tussen de palen. Uiteindelijk vinden we een ligplaats aan de buitenkant van de meest zuidelijk steiger in de haven. Er ligt achter ons een binnenmeertje.

Een zestal rubberbootjes met jochies erin moet in dit meertje snelheidswedstrijden varen en zorgen zo voor dat er tot negen uur ’s avonds van rust niet valt te spreken. In de nacht zorgt een opgestoken zuidelijk windje voor golfslag, die onder ons achterschip een behoorlijk kabaal weet te maken. We gaan morgen een andere ligplaats zoeken.

Op woensdag komt de dagelijkse uittocht vanwege het goede weer al vroeg op gang en tegen half elf zijn er overal lege boxen. Kees loopt de haven in en vindt een paar geschikte ligplaatsen. We maken de boot los en verkassen naar een betere plek. Er wordt de komende dagen slechter weer voorspeld en we liggen nu met onze neus naar het zuiden. Van de golfslag hebben we nu geen hinder meer en omdat de westzijde van de haven hier met bosjes is begroeid hebben we ook minder last van de voorspelde westenwind.

In de middag wandelen we het dorp Marstal in. Een oud vissersdorp met kleine straatjes en huizen, die kriskras door elkaar gebouwd zijn. We vinden pinautomaten, een supermarkt en twee bakkers. Terug lopen we langs het waterfront van het dorp: een aanlegsteiger voor veerboten, een oude vissershaven, een scheepswerf en dan als laatste de jachthaven. We maken voor het slapen gaan de tent over de boot goed dicht. Er komt vannacht regen.

Vandaag, donderdag, begint inderdaad met regen. We hebben niet veel zin om op te staan. Uiteindelijk zitten we toch aan ons laatste verse brood en vers gezette koffie. Na het ontbijt douchen we eerst. We doen dit aan boord, omdat het ver lopen is naar de douches, de douches ongeveer €1,50 per vier minuten kosten en omdat we dan meteen onze douche-/toiletruimte schoon kunnen maken. Het is best fris en tijdens het douchen hebben we de verwarming aan. Als het tegen twaalven wat droger wordt, lopen we nog even naar het dorp om brood te kopen.

Terug aan boord zien we een donkere lucht aankomen. Het rommelt al van de donder. We maken de tent gauw weer dicht en trekken de stekker van de walstroom uit de aansluiting aan boord om schade bij ons te vermijden door blikseminslag op het net van de jachthaven. De bui trekt met veel regen en bliksem over en kunnen wij verder met het schrijven van dit blog.

Morgen wordt veel wind verwacht. Wij blijven waarschijnlijk tot zondag in Marstal.