De Flensburger Förde

29 juli 2017 - Høruphav, Denemarken

Zondag, 23 juli, gaat Kees broodjes kopen, terwijl Irene het ontbijt voorbereidt. We werken de website bij. Wifi is hier in Gelting Mole niet aanwezig en we gebruiken een stukje van onze maandelijkse databundel op de smartphone om te uploaden. We hebben samen twee abonnementen en als we niet te veel streamen (beeld en geluid) hebben we aan twee keer een gigabyte per maand ruim voldoende. Voorwaarde is wel, dat we regelmatig wlan/wifi in havens hebben om de weersverwachtingen te zien en het nieuws te kunnen volgen. Alleen maar de databundels gebruiken zou dan tot een tekort gaan leiden en moeten we bijkopen.

Het is de hele ochtend regenachtig. We lezen wat en doen wat nuttige en onnuttige zaken. En we drinken koffie. Aan het begin van de middag wordt het droog.

We pakken de fiets en maken een fietstocht met omweg naar het Geltinger Noor en de watermolen Charlotte. De zon schijnt, maar er trekken ook donkere wolken over. Het is een nat drassig gebied met een baai aan de Förde. Niet heel groot en voor ons weinig spectaculair.  Een van de twee watermolens, die de oorspronkelijke polder hebben drooggemalen, bestaat nog, maar is particulier bezit en kan niet meer draaien. Op het bezoekerscentrum moeten we even schuilen. We hadden er graag een kop koffie willen drinken, maar de uitbater vindt het niet nodig om bij dit weer de bar te openen en is lekker thuis gebleven. Op weg naar de haven worden we overvallen door buien en niet helemaal droog komen we weer op de boot aan.

Dan gaat de zon weer schijnen. De buurvrouw, die met haar man zo’n interesse toonde in onze boot, komt ons uitnodigen om vanavond bij hun aan boord een ‘sundowner’ te komen drinken.

Na de afwas melden we ons bij hun. We drinken er een aperol (1 deel Aperollikeur, 1 deel spa-rood, 2 delen prosecco en een schijf sinaasappel). Met nog een paar biertjes hebben we een gezellige avond. Zeilers onderling hebben altijd wel wat om over te praten. Boten, uitrusting, aangelopen havens en nog te bezoeken gebieden zijn dankbare onderwerpen, waarbij verschillen in taal nauwelijks een hinder zijn. Zo hebben we eens een hele avond met een Frans stel knopen zitten oefenen, terwijl de wijn rijkelijk vloeide.

De kou van de invallende duisternis laat ons naar onze eigen boot gaan. We plannen de tocht van morgen. We gaan naar Flensburg.

Maandagochtend hebben we geen haast. Na ontbijt met verse broodjes maken we de boot klaar voor vertrek. We hebben de fok nog op de voorstag gerold zitten en laten die daar om straks eerst te drogen.

We varen de haven uit bij windstil weer. Gelting Mole ligt aan het begin van de Flensburger Förde. Flensburg aan het eind. Verder landinwaarts kun je niet varen. Voor ons een tocht van 21 zeemijlen (ca. 38km). Niet ver, maar toch langer dan we eerst dachten. Buiten de havengeul zetten we de zeilen. Er komt een ietsepietsie wind. We lopen wel 0,8 knoop (1 knoop = 1 zeemijl per uur).

We hebben de tijd en houden hoop op de wind die ons voorspeld is. Inderdaad begint het steeds meer te waaien en tegen het middaguur hebben we de beloofde oostenwind van 4Bft. Met de wind grotendeels in de rug zijn we tegen enen op het laatste rechte stuk naar Flensburg. Helaas laat de wind het hier tussen de heuvels afweten en met een steeds dikker wordend wolkendek besluiten we om onze droge zeilen op te ruimen en het laatste uurtje op de motor te varen. We zien hier veel bruinvissen. Die zijn in het gladde wateroppervlak beter te zien dan in golven.

Om kwart over twee hebben we een lege box gevonden in de Sonvik Marina. De havenmeester assisteert bij het aanleggen. Het is een goed beschutte haven op ongeveer 4km lopen van het stadcentrum van Flensburg. Er is een prima busverbinding. Geen gezellige haven; er is weinig beweging. Maar wel heel rustig. Aan de overkant van het water ligt Denemarken.

We maken een wandelingetje door de directe omgeving van de haven. Er is niet veel te doen. Naast de marina ligt een opleidingsinstituut van de marine; dus verboden terrein. Wat hoger op de heuvel is een drukke weg. We keren om en betalen ons havengeld op het havenkantoor en bestellen er broodjes voor morgen.

Dinsdag begint met verse broodjes (’t is een dagelijkse sleur aan het worden) en het regent. Gelukkig hebben een prima wifi en kunnen we weer eens heerlijk appen. In de middag wordt het wat droger en maken we een wat langere wandeling door de omgeving. Langs het defensieterrein, via de drukke weg naar de tuin van het bejaardenhuis, langs het voetbalveld en door een park naar de oever van de fjord en dan weer terug naar de haven. Gelukkig begint het weer te regenen en duiken wij onder met een boek.

De havenmeester komt langs en vraagt ons te verhalen naar een andere box, omdat de eigenaar van onze box morgen terugkomt. Als het even wat minder regent, varen we naar de aangewezen box en leggen opnieuw aan. We liggen in de laatste box van de steiger en kunnen goed om ons heen kijken.

Naast ons ligt een slank zeiljacht van de 11-meter klasse. De bezitters komen in de regen een avondje zeilen. Bij terugkeer worden de natte zeilen gewoon afgedekt met een zeiltje en men vertrekt weer. Geen wonder dat de boot er een beetje verwaarloosd bij ligt.

Later kijken we nog een van thuis meegebrachte video (Ten Strijde van Jort Kelder en Pieter-Jan Hagens) op de laptop.

Woensdag is het opeens zomer. De zon schijnt en het is warm. Na de broodjes (ja, alweer) lopen we in krap tien minuten naar de bushalte en kopen bij de buschauffeur twee enkeltjes naar het centrum van Flensburg. Met wat omwegen en veel haltes later zijn we op het busstation. Op de smartphone (wat kun je nu nog zonder zo’n ding?) zoeken we op waar de toeristeninformatie zit. We halen daar een stadsplattegrond, waarop alle bezienswaardigheden van het centrum staan.

We lopen eerst door de Rodestraat, waaraan een zestal prachtige binnenplaatsen liggen. We drinken er bij een konditorei heerlijk, eigen gebrande koffie en eten er een stuk smakelijke taart bij.

Dan lopen we over de markt, door een lange, maar zeer gezellige winkelstraat (allemaal autovrij). We zien wat verderop schoenen aan een kabel boven de straat hangen. We vragen aan een voorbijganger - die zegt in de straat te wonen – waarom die schoenen daar hangen. Het antwoord is ontnuchterend: “Iemand is er als grap mee begonnen en het worden er steeds meer. Er is geen reden voor.”

We dalen af naar de haven, bekijken de museumwerf en leggen aan voor een maaltijd bij de Flensburger Brauerei. Natuurlijk proeven we het bier. Een kleintje, want we moeten nog naar de jachthaven teruglopen. We eten er een eenvoudige, doch zeer voedzame boeren rösti. Dan lopen we om de stadshaven heen en langs het kustpad terug naar onze marina in Sonwik.

We zitten nog een tijdje in het zonnetje. We kunnen goed rondkijken en naast ons, tegen de golfbreker van de jachthaven aan liggen de grote jachten. Zo ligt er een ruim twintig meter lange tweemaster uit Guernsey. Twee jonge mannen (bemanning?) zijn de hele dag bezig met poetsen, zeiltjes spannen en weer wegnemen, lijnen opschieten en sigaretten roken. Een prachtig schip, maar vanwege het onderhoud net iets teveel voor de gemiddelde watersporter. Wij zijn tevreden met ons plastic jacht.

’s Avonds bereiden we tocht van morgen voor. We willen van Flensburg naar Høruphav in Denemarken. Høruphav ligt aan de Flensburger Förde ongeveer tegenover Gelting Mole, een beetje verstopt achter het schiereiland Kegnӕs. Weer ruim twintig zeemijlen.

Donderdag alweer broodjes en weer is het niet droog. Er valt motregen. We trekken zeilpakken aan en verlaten de Sonvik Marina van Flensburg. Er staat voldoende wind en we laten het droge grootzeil ingepakt op de giek zitten en varen op de genua. Door het draaien van de wind hebben we, ondanks de bochten die we moeten varen, de hele tocht bezeild.

Gelukkig wordt het rond de middag droog en de genua droogt op. Om twee uur zijn we bij Høruphav. Een kleinere haven, waar nog voldoende boxen leeg zijn. We meren af en verwachten hier nog wel een paar dagen te blijven liggen. De droge genua ruimen we als eerste op, zetten de tent op de boot en gaan betalen bij automaat op de haven.

Aan het eind van de middag is de haven bijna helemaal gevuld. Voor schepen langer dan 12 meter is geen plek meer. Die komen binnen en vertrekken vervolgens weer snel richting Sønderborg, in de hoop daar nog wel een ligplaats te vinden. Kortere boten varen soms door de hele haven om het laatste groene bordje te vinden, ten teken dat de box vrij is.

Er is wifi (inlogcode: guest) en via internet weten we dat hier een supermarkt is en dat daar vlakbij ook een pinautomaat is. Dat laatste is hard nodig, want we hebben wel Zweedse kronen, maar geen Deense. Gelukkig werkt de automaat op de haven ook op betaalpassen (we zijn niet meer in Duistand) en dus is de onmiddellijke gang naar de pinautomaat niet langer nodig. Morgen gaan we op zoek.

We maken een wandelingetje over de haven en zitten nog even in een mager zonnetje. Dan wordt het fris en gaan we naar binnen.

Vrijdagochtend moeten we afkicken: geen broodjes! We eten van het restant Flensburger roggenbrood. Voedzaam, dat wel. Maar lekker?

Het weer is wisselvallig. Tenminste zo noemen de weerprofeten dat. Wij vinden het gewoon regenachtig, waarbij het tussen de buien door af en toe droog is. Als het even wat opklaart, lopen we naar de supermarkt en vinden er ook de pinautomaat. Een wat ouder Duits echtpaar krijgt geen kronen uit het apparaat. De instructies zijn in het Deens en lastig te begrijpen. Kees probeert het voor het echtpaar en komt erachter dat zij telkens vergeten hebben na het geven van de pin-code de OK-toets in de drukken. Nu heet de OK-toets in het Deens ook heel anders dan “OK”, maar iets wat lijkt op ons “Goedkeuring”. De Duitsers zijn dolblij dat ze nu ook kronen hebben en bedanken ons hartelijk.

Er blijken zelfs twee supermarkten te zijn. De eerste (van de haven uit geteld) lijkt een beetje op een Aldi: alle producten, maar weinig keus. De tweede is een Super Bruggens. Een grote zaak met genoeg keus. We doen er boodschappen en kopen er ook broodjes. We kregen afkickverschijnselen.

Naast de supers is ook nog een winkel met Deense glaskunst. Kleurig, maar niet helemaal onze smaak. We kunnen er wel schuilen. Dan klaart het op en hebben we nog een redelijk zonnige dag. Na het avondeten lopen we de haven een keer rond. Er is een wandelpad van ongeveer 7km naar Sønderborg, een grotere stad. Met de bus heen en lopend terug? De bushalte hebben we ook al gevonden.

Vannacht is het weer hard gaan regenen. We willen uitslapen, maar om acht uur staan we al op: we zijn bij geslapen. De verwarming gaat aan. We werken het weblog bij en wachten tot het droger wordt. We blijven nog wel even in Høruphav.

Foto’s