France, au revoir

28 juli 2014 - Falmouth, Verenigd Koninkrijk

Zaterdagmiddag gaan we met de Batobus – de veerdienst tussen Port Louis en Lorient – naar Lorient. We kopen op de boot twee tickets van € 1.40 en varen in 15 minuten naar de overkant. Daar staat een bus te wachten, die ons in nog een kwartier naar het hartje van de stad brengt. Omdat onze reistijd binnen een uur blijft, kunnen we dat allemaal op een en hetzelfde kaartje doen.

We stappen uit bij het Bureau de Tourisme en halen daar een plattegrond van de stad. We vragen om informatie over een havenfeest in een dorp naast Port Louis en de reismogelijkheden daar naartoe. We kunnen vanavond met de Batobus rond negen uur van Lorient naar het havenfeest en rond middernacht van het feest naar onze eigen haven.

We lopen het voetgangersgebied in, waar een grote markt staat opgesteld. Nadat we een paar uur hebben rondgelopen hebben we de stad wel gezien. Niet bijster interessant. Het is zes uur en we hebben geen zin om te wachten tot negen uur en nemen de bus en de Batobus om weer naar onze boot te reizen.

We maken nog wat te eten en de rest van de avond doen we gewoon niets meer.

Zondagochtend na bezoek aan bakker en na een heerlijk ontbijt lopen we naar de citadel. We vroegen ons af of onze VOC en de in de foldertjes genoemde Les Compagnies des Indes iets met elkaar te maken hadden. Het blijkt dat verschillende landen in de achttiende eeuw jaloers waren op het Nederlandse succes en zelf Indische Compagnieën oprichtten. De Franse Compagnies des Indes opereerden in aanvang vanuit Port Louis. Later ontstonden er werven en toeleverende bedrijven verderop langs de rivier en begon het dorpje Lorient te groeien. Begin twintigste eeuw werd Lorient veel groter dan Port Louis en toen de Compagnies des Indes werd opgeheven verloor Port Louis al snel zijn status. Het is nu een slapend stadje en omdat het op afstand van Lorient ligt heeft het in de oorlog ook weinig schade opgelopen. Hitler maakte van Lorient zijn uitvalsbasis voor de U-Boten en de Geallieerden hebben Lorient ongeveer plat gebombardeerd. Het enig wat nu nog rest zijn de betonnen bunkers voor de U-Boten; de stad is opnieuw gebouwd.

Het museum in de Citadel geeft geen info in een andere taal dan Frans en is duur aan entreegeld. Wij lopen terug naar de boot. We zoeken op internet de langere termijn weersvoorspellingen op en maken plannen voor het vervolg van onze reis.

We besluiten vanaf hier terug te gaan richting Brest. Dat betekent dat we met de coördinaat 47gr 39.00’N, 003gr 31.85’W ons voorlopig meest zuidelijke punt bereikt hebben. Vanaf nu schuiven we weer naar het noorden.

Omdat we hier in Port Louis van alle gemakken (hoezo basic facilities Mr. Reeds?) zijn voorzien, maken we de boot weer eens goed schoon en luchten alles eens goed door.

Maandagochtend om iets na negenen na bakker en ontbijt varen we de haven uit. Er staat een zwakke wind, die ook nog eens tegen waait. Maar we kunnen zeilen en ’s middags om kwart voor drie laten we ons anker vallen in een baai bij Port Manec’h. Er loopt enige deining naar binnen, maar we zijn inmiddels zo ingeslingerd, dat we er geen last van ondervinden. We liggen naast wat vissersbootjes en open zeilbootjes aan moorings met veertien zeiljachten geankerd op de krappe ankerplaats. Het past allemaal net en we genieten de avond met een glaasje wijn vanaf ons achterdek. Oh, oh, wat hebben wij het slecht!

We hebben een rustige nacht en om negen uur lichten we ons anker en varen het baaitje bij Port Manec’h uit. We kunnen kiezen uit twee routes: ten noorden van Île de Glenan, die het kortst is, maar tussen allerlei ondieptes en rotsen doorvoert, of de langere route om Île de Glenan heen. Omdat we alles tegen de wind in moeten kruisen (laveren) kiezen we voor de langere , maar veiligere variant.

Het is heerlijk weer. Flip stuurt en wij genieten. Zeker als onze weg kruist met die van zo’n dertig dolfijnen. Enkele exemplaren zwemmen een paar minuten met ons op. Geweldig mooi.

We lopen om half zes het haventje van Lesconil binnen. De havenmeester geeft ons een plekje aan een vingerpier aan het eind van de gastensteiger. Naast ons passen nog twee boten en dat gat wordt al snel opgevuld door een frans jacht met vijf volwassenen, waarvan twee opvarenden aan de littekens op hun arm te zien een duidelijk drugsprobleem hebben (gehad).

Omdat de fransen niet zelf op de steiger kunnen komen, moet alles via onze boot gebeuren. Waterslang aan boord en weer terug, vijf man douchen en weer terug, boot nog eens vastleggen en weer terug, naar de kroeg en weer terug. . . Kortom: een avond lang plezier en dat tot één uur ’s nachts. Gelukkig varen ze om half zes weg en hebben wij nog even rust.

Woensdag blijven we in Lesconil. Er is vandaag markt. Na ontbijt bezoeken we het stadje en terug aan boord maken we plannen voor de komende dagen. We gaan naar de overkant van het Kanaal. We willen langs de Engelse zuidkust gaan varen en dan beginnen in de Helford River. Of we dat rechtstreeks vanaf Lesconil doen is de vraag. De weersvoorspellers zijn het niet met elkaar eens. Wij houden alle opties open. We kunnen naar Douarnenez, Morgat, Camaret, Brest of Île de Ouessant als we het op een gegeven moment niet meer zien zitten.

Onze vlag hangt halfstok en om vier uur houden ook wij een minuut stilte als de eerste doden van vlucht MH17 op Eindhoven Airport arriveren. De Wereldomroep is opgedoekt, maar met internet kun je ook de Nederlandse radio volgen. Helaas ben je van het Nederlandse nieuws afgesneden als er geen internet beschikbaar is.

We lopen in de avond nog even langs het strand en hebben een aardig gesprek met een Luxemburger met zijn Belgische vrouw. Zij voeren namelijk de Luxemburgse maritieme vlag (!). De vlag heeft een rode leeuw op een blauw / wit gestreepte ondergrond en lijkt op afstand wat op de Zeeuwse provincievlag. Het stel leeft zes maanden per jaar in Roscoff in Bretagne en de andere zes maanden in Luxemburg. De vrouw spreekt Vlaams en dat maakt de conversatie gemakkelijker.

Terug aan boord maken we de boot zover mogelijk klaar voor vertrek en gaan naar bed. Morgen varen we uit met het Verenigd Koninkrijk als bestemming.

Donderdagochtend om zeven uur maken we los en de eerste uren moeten we de motor bijzetten om op tijd bij het Île de Sein te zijn. We willen daar absoluut geen stroom tegen krijgen en moeten dus het gemiddelde van vijf knopen blijven halen. We zijn er op tijd en zetten de motor af. De wind zit in het noorden en we moeten laveren. Het zicht is matig en boven het vaste land van Bretagne hangt een groot onweersgebied, waarvoor in de uitzendingen op de marifoon wordt gewaarschuwd. We zitten ver op zee en horen de donder, maar krijgen geen regen of windstoten.

Uiteindelijk zijn we ’s avonds om negen uur net ten noordwesten van het Île de Ouessant. Hier laten we Frankrijk achter ons en hebben we ons meest westelijk punt ooit bereikt: 48 gr 29.05’N, 005 gr 19.80’W.

Gelukkig draait nu de wind en wordt de koers naar de Helford River bezeild. We hebben een rustige nacht en varen met vijf knopen in de goede richting. Het onweer kunnen we nog steeds zien liggen. Op afstand weerlicht het, maar we horen geen donder. In de tweede helft van de nacht trekt de hemel open, wordt het zicht goed en zien wij de Melkweg.

Vrijdagochtend gaat Kees als eerste een paar uur slapen. Hij zit er doorheen. Na drie uurtjes kan eindelijk Irene ook aan haar slaapje beginnen. Als zij wakker is steken we een rif, want de wind is toegenomen en waait met een dikke 4 Bft, met vlagen die in de 5 Bft komen. We gaan hard zat en we komen toch wel voor donker binnen. En zo kan Flip blijven sturen, wat het voor ons een stuk eenvoudiger maakt.

Rond vier uur hebben we Lizard Point dwars en kan het rif er weer uit. Nog een uurtje later valt de wind helemaal weg en wij starten de motor. We ruimen de zeilen op en vrijdagavond om zeven uur maken we vast aan een visitors mooring in de Helford River. We deden in 36 uur 180 mijlen. Precies vijf knopen gemiddeld. We zijn met het laveren ongeveer 15 mijl omgevaren, want de directe weg is ongeveer 165 mijl.

We ruimen op, maken een hapje eten, betalen de Mooring Officer, laten het thuisfront weten waar we zijn en gaan naar bed.

Zaterdagochtend staan we op, ontbijten en blazen de bijboot op het voordek op. Dan laden we alle losse onderdelen van de vaste vloer in de rubberboot, hangen de motor erop en varen met z’n tweetjes naar het ponton van de Helford Sailing Club. Daar halen we rubberboot uit het water en laten hem leeglopen, plaatsen de vaste vloer erin, waarvoor we een vlakke ondergrond nodig hebben, die we aan boord niet hebben, blazen de boot weer op, hangen de motor er aan en varen terug naar de Salacia.

Na de lunch varen we met de bijboot naar het ponton terug en bezoeken het clubhuis en maken een wandeling door het prachtige plaatsje.

Terug op de boot komt de Mooring Officer ons vragen of we de mooring willen delen met een ander jacht, dat onder weg is. Het jacht komt langszij en met Dave en Jo maken we een praatje.

Er vallen aan het eind van de middag wel honderd dikke druppels. Dat was de regen voor vandaag. We zijn nog steeds niet helemaal fit en gaan op tijd naar bed. Helaas slapen we slecht in: in de Pub is een liveband aan een optreden begonnen.

Uiteindelijk slapen we toch wel in, maar moeten er midden in de nacht toch nog even uit om de schitterende sterrenhemel te bewonderen. Dan slapen we meteen in en worden zondag niet al te vroeg wakker.

We nemen de laptop mee naar het clubhuis en proberen daar dit verhaal te uploaden. De accu van de laptop is nu ook helemaal leeg.

Helaas moeten we constateren, dat onze stekker niet past op een Engels stopcontact, dus blijft de accu leeg. We nemen alles weer mee aan boord en moeten wachten tot we in een andere haven zijn.

Maandag  varen we de paar mijl van Helford River naar de Visitors Yacht Haven in Falmouth op alleen onze genua. We zijn te lui om het grootzeil los te maken en na een uurtje alweer op te ruimen. We moeten even zoeken, maar we vinden een plaats naast een groot zeiljacht van een Nederlands gezin, dat net terug is van een reis om de wereld.

We betalen het havengeld en zorgen voor netspanning aan boord. Dan gaan we in de stad boodschappen doen. We komen met alle verse waren aan boord en lopen nog een keer het mooie, maar zeer toeristische stadje in. We sluiten af bij een Fish and Chips restaurant om daar de beste Fish and Chips van het hele land te eten.

In het restaurant is WiFi beschikbaar en dus checken we snel onze mail. Terug aan boord kunnen we ook wel een WiFi verbinding maken, maar dat kost ons ruim € 4,- per 24 uur. We doen het dus maar via de persoonlijke hotspot en betalen voor dataroaming. Dit verhaal en de foto’s komen via deze weg op de website.

Wanneer we weer updaten, weten we niet. Dus hou de site of je e-mail in de gaten. Het kan nog wel even duren.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

5 Reacties

  1. H-Georg Püttmann:
    29 juli 2014
    Hallo Ihr Beiden, nun habt Ihr mal wieder die Seite gewechselt ;) vertrautes Revier und hoffentlich nicht diese Unwetter mit Starkregen so wie hier ! Wir wünschen Euch noch ein paar schöne Tage genießt die Zeit ! Liebe Grüße U * G
  2. Kees:
    29 juli 2014
    Wat een mooi verhaal en wat een avontuur. heerlijk om zo op vakanie te gaan. Ik kan lezen dat jullie genieten als God in Frankrijk. Ik moet nog een 4 dagen en dan eindelijk vakantie.
    Het ga jullie goed en tot na mijn vakantie.
  3. Nicla Smits:
    29 juli 2014
    Dag Ireen en Kees,
    met belangstelling lees ik jullie weblog en geef het door aan Emmy.
    Nu ga ik a.s. vrijdag met vakantie tot 15 aug. Zou je deze berichten in die tijd dan ook naar Thea (info@theavervoort) willen sturen, zodat die ze dan naar Emmy kan brengen?
    Alvast bedankt.
    Goede reis en een behouden vaart.
  4. Hannus:
    29 juli 2014
    Hallo twee,,

    Als je leest hoe jullie genieten dan denk ik: Pffff nog 5 weken en dan gaan wij ook lekker naar ons geliefde Rhodos!! Ik gun het jullie van harte maar lees ook dat het af en toe bikkelen is.

    Veel plezier en doe rustig aan,

    Hannus.
    xx
  5. Joke Ploegmakers:
    30 juli 2014
    Hoi Kees en Irene

    Leuk jullie verhalen te lezen. Nu alweer in Engeland beland, geniet ervan.

    gr Joke