Frustraties

21 juli 2015 - Quiberon, Frankrijk

We verlieten jullie op woensdag 15 juli met de aankondiging van een wandeling over het eiland l’Île de Groix.

We willen vanuit de haven langs de kust eerst naar het oosten, dan naar het zuiden en dan dwars over het eiland terug naar de haven. Geschatte afstand: zo’n 11 km. Vol goede moed lopen we het haventerrein af. Het heeft geregend en de natuur ruikt fris. Maar nu de zon doorbreekt, loopt de temperatuur snel op en binnen tien minuten lopen we in t-shirt.

De eerste honderden meters gaan door de bebouwing en dan komen we op het met geel gemarkeerde kustpad. We lopen tussen struiken langs de steile kust. Telkens als een rots wat verder in zee uitsteekt zijn er mooie uitzichten, bij elke inham moeten we ongeveer vijftig meter steil dalen om daarna weer dezelfde hoogte naar boven te klimmen. Als we dat zo’n tien keer herhaald hebben, groeit het besef dat we geplande wandeling niet gaan afmaken. Dit is voor ons te zwaar.

We lopen over het kustpad tot de zuidoostelijke punt van Groix, Le Point des Chats, om daar af te korten en via het dorpje Locmaria en de hoofdplaats Le Bourg terug te komen in Port Tudy, onze haven.

In Le Bourg vullen we onze rugzakken bij de plaatselijke super. Bij het verlaten van de winkel worden we aangesproken door een man, die vraagt waar we vandaan komen. Wat volgt is het relaas over zijn leven en een discussie over het bestaan van God. Gelukkig is de man van geboorte Duitser en kunnen we in het Duits converseren. Na twintig minuten maakt Irene een er een eind aan door te stellen dat onze koude en verse aankopen nu toch wel echt de koelkast in moeten.

Het is de hele dag klam weer en ja hoor tegen zessen trekt er een dikke mist de haven in. We willen morgen weer gaan varen en hopen dat de mist op tijd optrekt. Als we later die avond naar bed gaan is er buiten weinig meer te zien dan het rode en groene licht op de haveningang. Alles is nat en het is koud.

Donderdagochtend is de mist gelukkig opgetrokken en de zon schijnt. We hadden ons voorgenomen om elf uur te vertrekken, maar we gaan eerder. Vlak achter ons ligt een trailerhelling en om één uur is het laagwater. Nu hebben we, omdat het water hoger staat dan over twee uur, meer manoeuvreerruimte. En heel belangrijk: het is heerlijk weer.

Om negen uur zijn we buiten, hijsen de zeilen en varen in zeven uur naar La Trinité sur Mer. We ronden onderweg het schiereiland van Quiberon en langs het vaste land en het eilandje Houat komen we in het mekka van de Franse zeilsport: de baai van Quiberon. Er zijn veel boten onderweg en we hopen op een ligplaats in La Trinité.

Als we de haven binnenlopen, worden we door een vriendelijke havenmeester in een rubberboot toegezwaaid. Hij geeft aan dat er langs de bezoekerssteiger geen plek meer is. Hij geeft ons een ligplaats aan de kop van de volgende steiger. Wij maken vast en daar is onze havenmeester weer; of we het goedvinden dat er een boot aan ons vastmaakt. Het is een 31-voeter, dus dat kan wel.

De Duitsers in hun oude Halberg Rassy meren langs ons af. Het is te doen, maar we liggen hier in de ingang van de haven niet erg rustig. De aanwijzingen op het havenhoofd geven een maximum vaarsnelheid van 3 knopen in het centrale kanaal en 2  knopen tussen de boten. Fransen houden zich niet aan regels en havenmeesters al helemaal niet.

Gelukkig meldt de havenmeester zich na een half uur weer. Voor de Duitsers is een plaats vrijgekomen aan de gastensteiger. Later blijkt, dat wij daar ook hadden kunnen liggen; en wij hadden de oudste rechten. Maar de havenmeester is na God de hoogste in rang en die beslist dus.

Als we ons opmaken voor het avondeten is de Ondergod er weer en heeft voor ons ook een ander plaatsje gevonden. We worden een eind verderop naar een krappe box gestuurd. Het past en het is hier weldadig rustig. Uiteindelijk hebben we een mooie ligplaats. We maken eten, en hebben een rustige avond.

De volgende ochtend is het grijs, koud en het regent van tijd tot tijd. Na een ontbijt met vers stokbrood lopen we naar het Bureau de Tourisme. We weten, dat hier in de buurt grote verzamelingen dolmen en menhirs zijn en willen die bezoeken.  We zoeken alleen een goed kaartje om er naar toe te fietsen. Het VVV vertelt ons, dat er een minitrein rijdt van La Trinité naar de menhirs om via Carnac weer in Trinité terug te komen. Het is een hop-on, hop-off, dus kun je op de stopplaatsen uit- en later weer instappen.

We nemen de eerste minitrein van half elf en twintig minuten later rijden we tussen de meer dan zesduizend grote stenen, die hier in de steentijd (ca. 4000 v. Chr) zijn neergezet. Een rechtopstaande steen is een menhir en een hunebed (tafelvormig) is een dolmen. Veel menhirs staan in lange parallelle rijen. Het is een imposant gezicht.

We wandelen langs een veld met menhirs, kijken wat rond in het bezoekerscentrum en dan gaat het weer harder regenen. We nemen de eerstvolgende minitrein en denken in Carnac nog even uit te stappen. Eenmaal in Carnac kijken we vanuit de overdekte trein over de Baai van Quiberon en zien alleen grijze nevel. We blijven zitten en stappen pas bij onze haven weer uit.

Het is weer opgehouden met regenen. Op de boot aangekomen ligt al snel onze havenmeester weer bij ons om ons op te dragen te verkassen, want de eigenaar van de box is ‘opeens’ teruggekomen en eist zijn box weer op. Of wij naar de kop van de gastensteiger willen komen, dan zal hij intussen voor ons op zoek gaan naar een andere ligplaats.

We ruimen ons snoer op, maken de boot klaar om te varen, maken los en komen bij de gastensteiger aan. Echter van de havenmeester geen spoor. Wel zien we een boot vertrekken en wij pikken snel de vrijgekomen box aan de gastensteiger in. We spreken de havenmeester later nog, omdat hij de naam van onze boot vanaf de achterzijde niet kan lezen en hij niet zeker weet of we wel betaald hebben. Dan herkent hij ons weer en biedt zijn excuses aan voor zoveel ongemak. Maar hij kon er niets aan doen, dat de eigenaar plots terugkwam. Wij hebben het wel gehad met La Trinité sur Mer en willen hier weg. ’s Avonds maken nog wel een wandeling door de oude kern van het stadje. Best mooi.

De volgende dag, zaterdag 18 juli, haalt Kees eerst stokbrood en hebben we weer zo’n heerlijk ontbijt. Bij het klaarmaken van de boot voor vertrek komt een mega-trimaran (zeilboot met drie rompen, ongeveer 30 meter lang en 25 meter breed) aanmeren. Het is de Spindrift 2. Het ding heeft zelf geen motor en wordt door twee krachtige rubberboten langs zijn steiger gebracht.

Na dit spektakel drinken we nog koffie en varen dan naar de haven van Le Crouesty. We komen hiermee van de regen in de drup. De haven is groot en het is er druk. Er varen wel vijf havenmeesters rond, maar geen ervan wijst je een ligplaats. Er is een plekje vrij aan de kop van een steiger tegenover het havenkantoor. We meren er snel af en op de andere boot die er ook al ligt blijkt een vriendelijk Yves te wonen. We maken kennis en drinken bij ons aan boord een glaasje. Yves geeft ons een kaart van de Golf van Morbihan, die direct naast Le Crouesty uitmondt in de Baai van Quiberon. Daar willen we bij stabiel weer nog een nachtje ankeren. Helaas is het geen stabiel weer en zijn we aangewezen op jachthavens.

De havenmeester komt langs om te controleren of we al betaald hebben. We vragen met La Trinité in ons achterhoofd of de plek, die we hebben ingenomen de komende twee nachten vrij is. “Natuurlijk meneer, geen enkel probleem.” Kees stapt in het bootje van de havenmeester en stapt aan de overkant uit om op het kantoor te gaan betalen. Hij betaalt voor twee nachten en wordt weer aan boord gebracht. Ook op het havenkantoor geen problemen over de ligplaats.

In de avond loopt de haven verder vol met jachten. Op zondagochtend waait het hard en is het grijs. In de middag begint het weer te regenen. Een havenmeester komt langs om te vertellen, dat we op de ligplaats van een ander liggen en dat die heeft gezegd, dat hij vandaag terugkomt. Nou zeggen de havenmeesters zo vaak wat en we geloven hem niet. Yves is vertrokken en de ligplaats voor ons is leeg. Voor grote schepen worden deze twee gecombineerde ligplaatsen nu samen zeer interessant en denken dat we daarom wegmoeten. We vragen de havenmeester of hij een alternatief voor ons heeft. Hij gaat zoeken.

Er meren twee kleine motorbootjes op de vrije ligplaats voor ons af en van een andere havenmeester kunnen die blijven liggen. De bootjes worden afgedekt en de eigenaren vertrekken. Aan ons meert een zeilboot langszij af en de bemanning daarvan vertrekt ook naar de wal. Geen havenmeester die dit verhindert.

Aan het eind van de middag komt de bemanning van de boot naast ons terug, trekt zeilpakken aan en vertrekt naar La Trinité. Dan komt een havenmeester en commandeert ons te vertrekken, want de eigenaar is terug. Kees heeft het helemaal gehad met havenmeesters en weigert. ‘Dan laat ik mijn baas komen’ is het dreigement. Het stroomt van de regen en Kees vindt dit wel een goed idee. Inderdaad verschijnt er na tien minuten een tweede boot met drie mannen daarin. De baas spreekt geen Engels en heeft een vertaler meegenomen; de derde persoon stuurt het bootje.

De havenmeester, die toegezegd heeft dat de plaats twee dagen vrij was voor ons, had dat niet mogen zeggen. Het enige alternatief dat ze hebben kunnen vinden – als ze al gezocht hebben – is langszij de eigenaar van de ligplaats, die inmiddels rondjes aan het varen is in de haven. Kees wijst op twee lege boxen aan onze steiger, maar nee daarvan komen de eigenaren ook terug. We maken uiteindelijk toch maar los en meren wat later af aan de buitenkant van de eigenaar van de ligplaats, die begrijpelijkerwijze ook niet al te vriendelijk is.

De volgende ochtend blijkt dat de eigenaar van een van de twee vrije boxen inderdaad is teruggekomen, maar dat de andere box nog helemaal leeg is. Administratie en efficiëntie zijn hier blijkbaar niet optimaal.

We hebben onze zakken vol en willen hier weg. We zetten zeil en varen op genua in druilerig weer met weinig zicht naar Port Haliguen op de schiereiland van Quiberon. Diezelfde dag, maandag, 20 juli, tegen twee uur zijn we er en meren af aan de gastensteiger. Er is hier op dit moment voldoende plaats. Zeker als er wat later nog een paar boten vertrekken en enkele kleinere boten naar de achterkant van de steiger worden gedirigeerd.

De havenmeester is een jonge vrouw, die heel goed weet wat er zich in haar haven afspeelt. We spoelen de boot af, maken de bijboot schoon en proberen de boot wat droger te krijgen.

Kees loopt naar het havenkantoor – wat een behoorlijke wandeling is – om te betalen. Bij terugkomst vraagt hij de havenmeester om een betere plek. Die wijst ons een box aan het eind van de gastensteiger. We gaan er naartoe en ruimen daar de bijboot op. Aan de langssteiger voor de gasten wordt het drukker. De havenmeester weet dat er een box vrij gaat komen een stelt een jacht, dat er het langste ligt, daarvan op de hoogte. Kijk, zo kan het ook. We liggen goed en we voelen ons hier weer een beetje gast. Iets wat we van de behandeling in La Trinité en Le Crouesty niet konden zeggen.

In de avond klaart het weer op en we zitten nog even in de kuip. In de nacht regent het weer. We gaan vanaf vandaag niet meer verder van huis weg, maar beginnen aan de terugreis. We hebben daarvoor voldoende tijd. We zullen daarom de terugreis zonder haast kunnen gaan doen. We blijven aan de Franse kust en denken via de noordkant van Bretagne, Cherbourg en Le Havre weer thuis te komen.

Foto’s

4 Reacties

  1. Kees:
    21 juli 2015
    Hoi Kees en Irene,

    ja het is niet overal zonneschijn. Waarschijnlijk waren ze uit hun humeur vanwege het weer. Mara goed de volgende halte was blijkbaar beter. geniet.
  2. H-Georg Püttmann:
    21 juli 2015
    da kann es doch nur noch besser werden ! Hoffen wir mal auf besseres Wetter und ruhigere Ankerplätze ... allerdings es ist Ferienzeit, hier sind die Häfen dafür leerer.
  3. H. Smits:
    21 juli 2015
    Hallo Kees en Irene.
    Ja zo maak je nog eens wat mee.....
    Geniet van de reis en hopelijk wat rustiger weer en wat rust en vriendelijkheid in de havens.
    Heel veel groeten
    Cor en Herma
  4. Junabel:
    21 juli 2015
    Hallo Ihr zwei
    Euch noch eine tolle Reise.
    Viele liebe Grüße von uns
    JUNABEL