Gevangen in Port Louis

28 juli 2015 - Lorient, Frankrijk

Ook op dinsdag 21 juli blijven we in Port Haliguen. Het is redelijk zomerweer en dus besluiten we een lange wandeling te maken. We lopen via het kustpad van de haven naar het centrum van Quiberon. Mooie vergezichten over de zee en een leuk, maar vooral toeristisch stadje. We hebben hier vroeger wel eens in de buurt gekampeerd, maar kunnen weinig meer uit ons geheugen naar boven halen.

Op de weg van het centrum terug naar de haven lopen we nog even een supermarkt binnen om wat lekkers voor bij de koffie te kopen. Het aanbod is dusdanig beperkt, dat we naar buiten komen met een zak zoute pinda’s. Als we op de boot aankomen is de zak al voor de helft op. We hadden een beetje trek gekregen.

Aan boord maken we koffie en bereiden de tocht voor morgen voor. ’s Avonds douchen we in de niet al te schone douches van Port Haliguen.

Woensdag om acht uur zijn we onderweg. Het waait amper en het eerste stuk in de Baai van Quiberon leggen we op de motor af. Na de passage tussen de eilanden kunnen we gaan zeilen. Aanvankelijk heel kalmpjes aan maar gaandeweg komt er meer wind.

Ons valt op, dat twee boten, die met ons opvaren, bij weinig wind wat sneller zijn dan wij, maar naarmate de wind toeneemt, lopen wij de opgelopen achterstand gemakkelijk weer in. Eén van de twee moet al reven, terwijl wij daar nog in de verste verte niet aan hoeven te denken. Het is dus waar wat in de tests beschreven wordt: “De Dufour 365 Grand’Large is een snelle zeiler, maar heeft wind nodig. Zijn lichtweereigenschappen zouden beter kunnen zijn.” We hebben zelf wel het idee, dat onze nieuwe zeilen – we varen nu met de oude – beter presteren.

Om half drie draaien we de jachthaven van Port Louis bij Lorient in. Vlak voor ons loopt een groot Nederlands jacht binnen en de havenmeester in de rubberboot vraagt of we bij elkaar horen. Na onze ontkenning geeft hij aan dat we even moeten wachten. Een andere havenmeester, ook in een rubberboot, komt aangesneld en maakt ons in goed Frans duidelijk, dat zijn collega even bezig is en dat wij even geduld moeten hebben. Maar . . . dat hadden wij natuurlijk al begrepen.

De eerste havenmeester komt terug en begeleidt ons naar een mooie ligplaats. We meren af met onze neus naar het noordwesten. Met het voorspelde slechte weer biedt dat voordelen. We ruimen op, lopen even door het stadje, betalen voor twee dagen bij de Capitainerie en brengen de avond aan boord door.

Donderdag trekt de wind aan, maar het is droog. We slapen uit, halen vers brood, luchten de boot en het beddengoed, doen wat kleine inkopen bij de buurtwinkel in het stadje en luisteren de hele middag via internet naar het verslag van de koninginnenrit in de Tour de France. Na het avondeten zetten we de tent over de kuip, gaan douchen en gaan niet te vroeg slapen.

In de nacht naar vrijdag gaat het regenen en dat blijft ´s morgens maar door gaan. Het waait hard. In vlagen meten we meer dan dertig knopen wind (=7 Bft). Dit is het windveld, dat een dag later langs de Nederlandse kust de zwaarste julistorm sinds 1901 veroorzaakt.

Laat in de middag klaart het wat op, maar de wind blijft. We lopen naar de Citadel en kijken uit over de zee. Er zijn schuimend witte plekken op de ondiepten en er varen bijna geen boten. Via het centrum lopen we naar het Bureau de Tourisme, waar we informatie over fietstochten en een fietskaart krijgen. De jonge juffrouw sprak amper Engels, maar haar ouder collega staat ons in keurig Engels te woord.

Op zaterdag is het markt in Port Louis. Een grote markt, maar in onze herinnering dit jaar kleiner dan vorig jaar. We kopen groenten en fruit, en een presentje voor het thuisfront, waar we niet over uitweiden, omdat het geheim moet blijven.

Terug op de boot zetten we onze vouwfietsen in elkaar en rijden naar de Intermarché in het volgende dorp. Op zaterdagmiddag om drie uur loopt er meer personeel rond dan klanten. We denken, dat deze winkel er binnenkort ook niet meer is. Ook hier speelt de ontvolking van het platteland een rol: zeker met een grote stad als Lorient in de buurt.

Na het avondeten fietsen we naar Locmiquélic – het dorpje naast Port Louis – waar volgens de aanplakfolders vanavond een Fête de la Mer wordt gehouden. Na enig zoeken vinden we het feestterrein en zien een honderdvijftigtal kleumende bezoekers onder tentzeilen naar een te veel versterkte volkszanger luisteren. Er gaat veel drank rond. We zien het tafereel aan en . . .  rijden door. Ook wij hebben het koud. Op de boot nemen we een hartversterkertje en gaan niet laat naar de warme kooi.

De zondag van 26 juli is wat weer betreft het voorlopig absolute dieptepunt: het regent aaneengesloten van in de nacht tot diep in de middag, het waait hard en het is koud. We zetten de verwarming aan. We lezen, we eten en snoepen, en we zijn blij als het tegen de avond wat droger wordt.

We wandelen nog even naar de Citadel, maar dan wordt het snel donkergrijs aan de hemel. Het begint met motregen en we lopen snel richting boot. Maar als het echt begint te regen moeten we een halfuurtje schuilen in wat eens de overdekte wasplaats was van de stad. We zien de regenvlagen langstrekken. Dan komt er zowaar blauw aan de hemel en snel lopen we het laatste stuk naar onze boot. Onze kleren zijn gelukkig droog gewaaid. We sluiten ons weer op onder de tent en liggen niet laat op bed.

Maandag ziet de wereld er wat beter uit. Het waait nog wel stevig, maar de zon schijnt af en toe. Onder onze tent wordt het dan meteen erg warm en we moeten de zijflappen openen om de hitte eruit te laten waaien.

We maken vandaag een fietstocht door de omgeving. We rijden eerst oostwaarts, waar we in Riantec eerst een negende-eeuws kapelletje voor St Helene en daarna de St. Aldegonde kerk bezoeken. De oude kerk is in 1923 afgebrand en de nieuwe is in gebruik genomen in 1927. Bij de constructie is gewapend beton (!) gebruikt. Dat zie je niet, want alle wanden zijn gestuukt of van prachtige schilderingen en mozaïeken voorzien. Het gebruik van gewapend beton was in die tijd echter wel een unicum. In prachtige brand geschilderde vensters is de geschiedenis van het dorp, de vissers en de kerk verbeeld.

Na het culturele gaan we op de sportieve tour. We vervolgen onze tocht door bos en veld. We hebben geen mountainbikes, maar volgen wel smalle paadjes. Steil omhoog, waar we moeten lopen en weer steil naar beneden, waar we rijden. Tijdens een van die afdalingen valt Irene en houdt er een blauwe plek aan over. Ook haar fiets is licht beschadigd, maar dat laat zich weer rechtbuigen.

Uiteindelijk vinden we de verharde weg weer en rijden naar Port Louis terug. Daar ruimen we de fietsen meteen op onder ons bed, want ook voor morgen wordt weer regen voorspeld.

En inderdaad, vandaag 28 juli 2015, regent het weer. We schrijven dit verhaal en maken plannen voor de rest van de week. De verschillende meteo-sites beloven ons na vandaag een voorzichtige terugkeer van de zomer. Na een week in Port Louis gaan we morgen verder.

Foto’s

2 Reacties

  1. Kees:
    28 juli 2015
    Ook wij duimen dat het weer beter gaat worden dan wat het nu is.
    het lijkt hier wel herfst.
    maar na regen komt er altijd weer zonneschijn.
    Veel plezier nog.
  2. Hannus:
    28 juli 2015
    Timing is alles, ha, ha. Het komt wel goed met jullie, Hier is het k..weer.
    Hannua en Jackie.