Weer op weg naar huis

3 augustus 2015 - Brest, Frankrijk

De weersites hebben gelijk gekregen. Op woensdag 29 juli is het mooi weer. De nacht is koud geweest en we zijn blij dat we tijdens de voorbereidingen voor deze reis een winterdekbed aan boord hebben gelaten. Dit kwam vannacht van pas.

We wachten tot half tien om de tent de tijd te geven wat op te drogen. Hoewel nog niet helemaal droog ruimen we hem op en maken los in Port Louis. We willen vanavond in de buurt van Concarneau voor anker gaan.

De zwakke wind is noordwestelijk en dus moeten we laveren. Het is zonnig en we hebben de tijd. Rond twee uur komt ons de vloot van een toertocht tegemoet. De boten zijn uit Concarneau vertrokken en op weg naar het Île de Groix. Er wordt gemeld, dat er wel 170 boten meevaren, maar de vloot die ons tegemoet komt is niet veel groter dan een honderdtal boten. Toch nog meer dan genoeg om de vloot te vermijden. We maken een lange slag de zee in en zien de vloot tussen ons en de kust passeren.

’s Avonds om zes uur laten we ons anker vallen in de Baie de la Fôret. Op een mijl achter ons ligt Concarneau. We liggen achter een hoge wal en als later de wind wegvalt, hebben we een prachtige avond.

Naast ons aan een mooring ligt een racejacht van het type Imoca 60. Dit jacht, de Cheminées Poujoulat uit Zwitserland met een Franse bemanning, heeft afgelopen jaar meegedaan aan de Barcelona World Race. Een tocht rond de wereld met twee personen als bemanning. Deze Cheminées Poujoulat werd de uiteindelijke winnaar van de race.

We hebben een rustige nacht en we besluiten vanwege het gebrek aan wind vandaag te blijven liggen. Op het water varen de meeste boten op de motor. We bekijken met aandacht hoe de Cheminées Poujoulat wordt klaar gemaakt voor vertrek. Dan om twaalf uur vertrekken de drie mannen met een speedboot richting wal om rond tweeën terug te komen met een aantal gasten.

De zeilen gaan omhoog, de boot wordt losgemaakt van zijn meerton, de zeilen vangen wind en de boot zeilt weg met een snelheid, waarvan wij alleen maar kunnen dromen. En dat terwijl het nauwelijks waait.

Later die middag haalt een groot cruiseschip, The World, dat een paar mijl verderop voor anker ligt, zijn anker op en vertrekt. We hebben dus genoeg te zien vandaag.

Op vrijdag zijn we al vroeg op en om zeven uur halen we ons anker op. Er zitten veel waterplanten om de ketting en het anker. Dus duurt het even voor we de ketting schoon in de ankerbak en het anker schoon op zijn steun hebben liggen. We zeilen met heel weinig wind de baai uit en draaien naar het westen; richting Lesconil.

De wind houdt het na een uurtje voor gezien en we zetten de motor aan. Onderweg ruimen we de zeilen op – het voordeel van een derde bemanningslid, onze stuurautomaat Flip – en om elf uur hebben we de vijftien mijlen overbrugd.

We komen met laagwater aan voor het haventje van Lesconil. Het is nog geen springtij, maar het water staat wel heel erg laag. Heel voorzichtig varen we tussen de pieren door. We hebben daar nog zestig centimeter water onder de kiel. Verderop in het haventje loopt de diepte zelfs terug tot 0,0 centimeter onder de kiel. Gelukkig is de bodem van slib en we kunnen de steiger zonder echt vast te lopen bereiken. Hier hebben we weer veertig centimeter onder de kiel.

Het is rustig in de haven. Er zijn zeker acht van de twintig ligplaatsen vrij. We kiezen een plek uit bij een elektrokast, waaraan ook de waterkranen zitten en melden ons op het havenkantoor. De rest van de dag doen we weinig. De zon is krachtig, maar als later in de middag de wind van zee opsteekt wordt het snel fris. We gaan na een kuiertje rond de haven niet te laat naar bed.

Zaterdag, 1 augustus, is een doe-dag. We halen stokbrood, ontbijten, zetten de fietsen in elkaar en gaan in Ploubannalec boodschappen doen. Bepakt en bezakt komen we terug en ruimen de fietsen en de boodschappen op.

We hebben al sinds we boot kochten last van een onaangename geur op het toilet. Het lijkt erop, dat er zich onder de dubbele vloer vuiligheid heeft verzameld. We kunnen daar niet bij om te poetsen. Vandaag hebben we een krachtige reiniger gekocht en met een ‘bloemenspuit’ besproeien we de ruimte onder de vloer ermee, laten het intrekken en met de douche spoelen we met zoetwater de vloer schoon. Het spoelwater loopt langzaam naar de laagste punt van de boot, waar we het weer kunnen opnemen. Na een paar uur kunnen we gelukkig wel resultaat te bespeuren. Komende dagen zullen we het proces nog een keer herhalen.

Dan koken we voor twee dagen eten, genieten de helft ervan als avondeten en douchen. Naast ons is een boot uit Vlissingen binnen gelopen en we maken een praatje met Kees en zijn vrouw.

We gaan op tijd naar bed, maar kunnen vanwege een gezellig feest op het terrein aan de overkant maar moeilijk in slaap komen. Het is dan ook heel snel weer vijf uur wanneer onze wekker afgaat.

In het donker maken we los en na een groet van buurman Kees varen we een kwartiertje later voorzichtig de haven uit. In het oosten is net een beetje schemering te zien. We hopen niet in een visnet of kreeftenpot vast te lopen.

We moeten vandaag weer door de Raz de Sein en zullen daar kost wat kost rond half twaalf moeten zijn. Het is morgen springtij en de stromingen zijn dan op hun sterkst en samen met de wind kan dat een gevaarlijke zee opleveren. Door juist rond kentering door de Raz te varen heb je de zwakste stromingen.

We moeten daarvoor een gemiddelde van vijf knopen lopen en dat halen we met deze zwakke wind op alleen de zeilen niet. We motorzeilen derhalve naar de Raz. Om precies half twaalf zijn we er en de motor gaat uit.

We verwachten de rest van de tocht naar Brest in zomers weer met een zwakke wind te kunnen vervolgen. Helaas, achter de Raz begint het opeens hard te waaien. We hebben 25 knopen wind op onze windmeter. We reven meteen het grootzeil en draaien de genua voor een deel in. De wind is koud en het weer is onaangenaam.

We varen langs de Baai van Douarnez en pas dan komt het beloofde zomerse weer. We draaien de invaart naar de Rade de Brest in en met een stroom van twee knopen in de rug komen we voor Brest. We laten in de ook hier weer opgestoken wind de zeilen zakken en varen op de motor de Marina de Chateau in.

We leggen aan bij de tanksteiger, maar net als we willen tanken, komt de havenmeester vertellen, dat de diesel op is. Hij wijst ons wel een plek aan op de gastensteiger. Tanken moet dan maar later of ergens anders; we hebben nog een halve tank (ca. 50 liter) en kunnen dus nog wel even vooruit.

We meren de boot af, sluiten de waterslang aan, spoelen het zout van de boot af en schenken ons een heerlijk fris drankje in. We eten het restant van de maaltijd van gisteren op en douchen.

Omdat het vandaag springtij is, staat bij hoogwater het water in de haven ook heel erg hoog. We kunnen staand in onze kuip zo over de kaden heen in de Rade de Brest kijken.

We zitten nog even in de kuip tot de kou ons naar binnen jaagt. Het was vanochtend vijf uur, toen we opstonden en vallen dan ook snel in slaap.

Vandaag, maandag, kunnen we niet verder. We moeten naar l’Aber Wrac’h of doorvaren naar Roscoff, maar dat is na de tocht van gisteren iets te veel gevraagd. En l’Aber Wrac’h is tot morgen vanwege een zeilwedstrijd met meer dan honderd jachten gesloten voor bezoekers.

Dus wij houden ons bezig met het voor de tweede keer spoelen van de vloer onder het toilet, het schrijven van dit verhaal en – voor straks – het inslaan van wijn, brood en lekkernijen.

Foto’s

1 Reactie

  1. Kees:
    3 augustus 2015
    Ja, ook aan deze tocht komt een einde. Een behouden terugvaart.