Homeward bound

16 augustus 2014 - Eastbourne, Verenigd Koninkrijk

Op woensdag 6 augustus staan we op ons gemak op en lopen na het ontbijt en na de koffie naar de vlakbij gelegen Royal William Yard in Plymouth. Het is een oude marinewerf, die is omgebouwd tot een soort vrijplaats voor kunstenaars en waar een aantal hippe restaurantjes zijn gevestigd.

In een van de ruimten vinden we The Bakery. We eten er ieder een broodje beef met rauwkost en drinken er een mok sterke koffie bij. Het broodje wordt geserveerd op een vel papier op een houten plank. Er is bestek en we nemen ieder een vork met mes mee. De messen zijn net iets scherpers dan het achterwerk van Sinterklaas, maar veel scheelt het niet. Zie het broodje dan maar eens zonder knoeien naar binnen te krijgen.

We lopen nog even langs de waterkant en doen dan boodschappen bij de Lidl. Het assortiment verschilt niet eens zoveel met dat bij ons. Wel zijn de etiketten in het Engels opgesteld.

Op de terugweg ontdekken we op het haventerrein een gestalde boot met de naam Salacia. We zijn dus niet helemaal uniek. We zitten nog vol van het broodje beef en eten bij het avondeten niet veel. Met een mok soep en een bakje yoghurt met muesli zijn onze magen weer gevuld. Kees voelt een verkoudheid opkomen. We gaan op tijd naar bed.

Donderdagochtend maken we de boot klaar voor vertrek, nemen afscheid van onze Noord Ierse buren en varen de acht zeemijlen naar de River Yealm. We hebben het zo uitgezocht, dat we rond hoogwater aan de monding zijn. We varen door de smalle ingang naast de drempel. Dat gaat relatief eenvoudig, aangezien de geleidelijnen en de betonning goed zichtbaar zijn. In slecht weer en bij een verminderd zicht is het bij de eerste keer zeker niet aan te raden.

Eenmaal binnen varen we langs moorings en kijken even bij het eerste visitors ponton. Er is plaats, maar wij hebben van tevoren onze keus laten vallen op het tweede ponton. Dat ligt veel meer beschut. We varen door en maken om drie uur Engelse zomertijd vast aan dit ponton. Als we ’s avonds slapen gaan ligt het ponton vol en zijn wij het enige schip, dat geen ander jacht naast zich heeft. Stinken we misschien? Wel zijn we de enige niet Engelsen hier. Dat zou de verklaring kunnen zijn.

Vrijdagochtend laten we Grampy te water. Onze bijboot vaart, wanneer we geen grote afstanden over zee hoeven te varen, op ons voordek mee. We varen ermee de ondiepe rivier op en maken foto’s. Er liggen in het eerste stuk veel moorings en dat maakt het beeld van de rivier minder mooi.  Maar het blijft een plaatje van een rivier.

Op de terugweg leggen we aan in Newton Ferrers, een van de twee plaatsjes aan de rivier. Er is uiteraard een kerk, een kruidenier, een slager, een drogist en postkantoor. En natuurlijk zijn er twee pubs en het club house van de sailing club. We halen brood bij de kruidenier en lopen langs het water terug naar Grampy, die aan de steiger bij het havenkantoor ligt te wachten. We varen naar de Salacia terug.

We zijn nog het enige schip aan het ponton en we leggen Salacia op een iets diepere plaats. Binnen een paar dagen is het springtij en dan hebben we elke centimeter onder onze kiel nodig. We zullen, als we hier dan nog zijn, waarschijnlijk de bodem raken, maar volgens de havenmeester is dat vette klei en zullen we daar nog wel iets in wegzakken. Er wordt veel regen en wind verwacht in de komende dagen en we zullen hier dus nog wel een tijdje blijven.

Ondanks de slechte weersverwachtingen is het zaterdagochtend nog prima weer. We varen naar de kant en maken een wandeling door het tegenover ons liggende Newton Wood. We missen halfweg ergens een afslag en worden gedwongen een kilometertje extra te lopen. Geeft niets, want het is mooie wandeling.

Onze dochter is bij oma geweest en maakt zich zorgen over diens gezondheid. We vinden het vervelend, dat we niet zelf in de buurt zijn.

Gelukkig is de verkoudheid van Kees aan het verminderen en voelt hij zich langzaam aan weer beter. Radio Cornwall waarschuwt voor overstromingen door zware regenval. We hebben het gezellig met de yachties aan het ponton en vermaken ons best.

Zondag is de dag van de ex tropische cycloon Bertha. Het waait hard, de buien zijn hevig en het is koud. We doden de tijd met lezen, spelletjes en lekker eten. ’s Avonds moet zelfs de verwarming aan.

Op maandag is het weer wat opgeknapt en we gaan aan wal. We laten Grampy achter aan de steiger bij het havenkantoor en maken een stevige wandeling. We lopen via Newton Ferrers en Noss Mayo – het ander plaatsje aan de rivier - naar Stoke Beach aan de zee. Daar nemen we het South Devon Coast Path, wat een geliefde wandelroute is, naar de ingang van de River Yealm.

Onderweg krijgen we nog een stevige bui over ons heen, maar zijn dan net in de buurt van een ruïne waar we kunnen schuilen. Helaas gebruiken de daar loslopende schapen de bouwval ook als rustplaats en stinkt het daar dus behoorlijk naar schapenmest. Zo gauw het kan, lopen we dan ook door.

Het valt ons wel op dat de Engelsen zich heel wat minder aantrekken van een beetje regen, dan wij, Nederlanders. Een plastic regenjas boven een korte broek is de meest voorkomende kleding in de regen.

Terug in Newton Ferrers doen we wat noodzakelijke inkopen bij de kruidenier en halen saucijzenbroodjes bij de slager, die we even later op een bankje bij de rivier oppeuzelen. Met Grampy varen we terug naar het pontoon om nog net het laagwater te kunnen meemaken. We hebben nog twintig centimeter water onder onze kiel.

Dinsdagochtend begint de dag slecht. De thuiszorg van oma belt: ze kunnen het huis niet in en oma reageert niet op telefoon of deurbel. Een kennis met een sleutel wordt gewaarschuwd, maar ook deze blijkt het huis niet in te kunnen, want de grendels zitten op de deuren. Uiteindelijk forceert de politie de deur en blijkt oma uit bed te zijn gevallen.

Gelukkig blijken de gevolgen minimaal, maar de schrik zit er bij ons goed in. We willen zo snel mogelijk naar huis. We maken de boot klaar voor zee, varen naar de wal om ons te douchen, ruimen Grampy op en gaan vroeg naar bed.

We slapen slecht. Oma komt telkens langs en rond twee uur blijken we opeens 15 graden slagzij te maken. Kees staat op en bekijkt de situatie. Het is springtij, we liggen op de grond, maken geen kans op schade en het water stijgt alweer. We proberen verder te slapen.

Woensdagochtend om kwart voor zeven staan we op. We trekken ons zeilgoed aan en om half acht zijn we los van het ponton.

We varen de River Yealm af en gaan de zee op. Daar hebben we een stevige achterlijke wind en we schieten goed op. Flip, de stuurautomaat, kan de boot niet sturen, daarvoor zijn de achteroplopende golven te hoog en worden wij genoodzaakt om bij toerbeurt het roer te bedienen. We zouden het misschien wel voor elkaar kunnen krijgen dat Flip zou kunnen sturen, maar dat zou dan ten koste gaan van de snelheid. En dat willen we nu zeker niet.

De tocht gaat overdag vlot, maar in de nacht lijkt het even wat harder te gaan waaien en overwegen we een rif te steken. Gelukkig neemt de wind even later weer af en kunnen we onder vol tuig door. Er staat zo vlak na springtij nog een zware stroom langs de kust. Zes uur mee, waarin we af en toe boven de tien knopen over de grond maken, en zes uur tegen, waar we even onder drie knopen over de grond hebben gelopen. Maar het gemiddelde is goed en dus varen we verder.

Donderdag, rond het middaguur, ronden we Beachy Head en zetten koers naar Eastbourne. Een deel van de pier is daar een paar weken geleden afgebrand en we zien het overgebleven karkas. Dan valt het ons op, dat er veel mensen langs het strand en op de boulevard staan en zien we stuntende vliegtuigen. Later blijkt het deze dagen de jaarlijkse Eastbourne Air Show te zijn.

Na 31 uur zeilen – het is dan half drie in de middag – maken we vast in een box in de Souvereign Marina in Eastbourne. We zeilden de 188 zeemijlen met een gemiddelde dat net boven zes knopen lag. Door het doorlopend sturen zijn we doodop en van koken komt vandaag niets. We halen bij een Take Away twee grote porties Fish and Chips en krijgen die vervolgens lang niet op. We ruimen de boot op, douchen en liggen al snel op bed.

Vrijdag slapen we eerst uit, wat wel tegenvalt, want om acht uur zijn we al op. We bereiden eerst de laatste etappe naar huis voor en zoeken dan een weerbericht. Helaas hebben ze hier nog geen internet en moeten we het doen met het aangeplakte weerbericht op het havenkantoor. De komende anderhalve dag zit er nog geen vertrek in, want de wind zal toenemen tot 7 Bft en mogelijk zelfs 8 Bft. Wat een zomer!

We lezen dat er vanmiddag weer een uitvoering van de airshow is en we zijn om half een op het strand. Het een keienstrand. Dus kijken wij op de keien gezeten naar de show.

Er zijn demonstratie met oude propellorvliegtuigen (Spitfires, Mustangs), moderne straaljagers (Typhoon) en helikopters (Lynx, Chinook) en een passage van de enige twee nog luchtwaardige Lancasters in de wereld. De Lancaster was de bommenwerper, die onze ouders in de Tweede Wereld oorlog ‘s nachts hoorden overkomen, onderweg naar doelen in Duitsland.

Ook zijn er demonstraties met stuntvliegtuigen en parachutespringers. De show wordt afgesloten door het stuntteam van de Royal Airforce: The Red Arrows. Die zetten een spetterende show tegen de hemel, die op dat moment al donker grijs kleurt.

Op de terugweg naar de haven begint het stevig te regenen en we lopen van schuilplek naar schuilplek. Bij een van die schuilplekken blijken we opeens vrij Wifi te hebben en we maken gebruik van de onderbreking in het lopen om alle e-mail op de smartphone te downloaden. Er is gelukkig niets bij wat om directe reactie vraagt.

We kunnen ook nog een weerbericht te pakken krijgen: nog geen weer om naar Nederland te zeilen.

Eenmaal terug op de boot eten we het restant van de Fish and Chips, aangevuld met een heerlijke salade, op. We gaan douchen en zetten de foto’s van de fototoestellen op de computer. De verwarming staat aan.

Vandaag, zaterdag, doen we boodschappen en halen diesel. Alle tankstations voor schepen hebben hier rode diesel. Om problemen met de douane in Nederland te voorkomen tanken we bij voorkeur witte diesel. En dat betekent, dat je naar een tankstation voor auto’s moet lopen met een jerrycan. Nu is het hier maar tien minuten lopen naar zo’n tankstation en we hebben niet zoveel liters nodig. Dus dat is te doen.

Het weerbericht is nog steeds niet gunstig. Het lijkt erop dat we pas maandag verder kunnen. We werken het blog bij en zitten in de gelukkig vandaag wel volop aanwezige zonneschijn.

Foto’s

1 Reactie

  1. H-Georg Püttmann:
    19 augustus 2014
    Ihr Lieben,

    wenn wir was für Euch / Oma tun können, dann bitte um Anruf / Mail wir fahren sofort !
    Mein Vater wird körperlich gesund aber nach dem Schlaganfall, leider nicht mehr im Kopf .

    LG Ulrike + Georg