Weer thuis

24 augustus 2014 - Oss, Nederland

Zaterdagavond hebben we contact met het thuisfront. De toestand van oma stabiliseert zich. Er is veel aandacht van alle kanten voor haar. Toch willen wij zo snel mogelijk naar huis. Helaas zullen we moeten wachten op beter weer.

Op zondag zijn we eigenlijk maar met één ding bezig: het weer. We lopen naar de ASDA (supermarkt) waar we vrije WiFi hebben en halen daar de laatste weerberichten binnen. Vandaag: wind 6 Bft met windstoten tot 40 knopen, buien, die in de avond zwaar zijn met onweer. Nee, vandaag blijven we maar liggen.

Het is koud en er vallen inderdaad buien. We hebben de kachel aan. In de avond klaart het wat op en we lopen naar het strand bij het centrum. Er is in het kader van de Eastbourne Airbourne festiviteiten vanavond nog een optreden van O’Brians Flying Circus en nog later een groots vuurwerk.

Na vier kilometer lopen zijn we op het strand, waar een grote dance party wordt gehouden en ja, precies om 20:20 BST, verschijnt er een vliegtuigje boven het strand. Na een keertje langs te zijn gevlogen, komt het toestelletje terug en ontsteekt zijn feestverlichting: zwaailichten, knipperlichte en lichtsnoeren. Daarmee vliegt het nog een rondje om dan aan zijn vleugeluiteinden een paar Bengaalse fakkels aan te steken. Ook hiermee wordt weer een rondje gevlogen. Als de fakkels zijn uitgebrand, komt het nog een keer langs, zwaait met zijn vleugels en vertrek richting vliegveld. Het moet waarschijnlijk voor donker landen. En daarvoor hebben wij vier kilometer gewandeld en moeten we nu weer vierkilometer terug lopen. Maar we kunnen er wel om lachen.

We hadden het plan om het beloofde afsluitende vuurwerk vanaf het strand bij de jachthaven te bekijken, maar vanwege het koude weer zien we daarvan af en drinken lekker een borrel op onze boot. Achteraf blijkt dit een prima beslissing. Het vuurwerk, dat we vanaf de boot gedeeltelijk konden zien en horen, duurde niet langer dan tien minuten. Na onze ervaringen in Frankrijk hadden we toch een ander idee bij een grootse en spectaculaire vuurwerkshow.

Maandagochtend zijn de weerberichten wat optimistischer: de harde wind zal in de loop van de dag afnemen. Maar boven de Franse en Belgische kust blijft de waarschuwing voor zware buien met onweer van kracht. Morgen wordt het allemaal wat rustiger, belooft men ons. We houden er rekening mee, dat we morgen kunnen vertrekken.

Een Engelse motorzeiler vertrekt toch richting Frankrijk en komt een paar uur later terug. Ze zagen het niet meer zitten. Andere boten vertrekken naar Dover, en een paar boten komen uit Dover aan. Daar schijnt het overvol te zijn met Nederlanders, die liggen te wachten op een mogelijkheid om naar de overkant te komen. Onze keus om in Eastbourne te blijven is zo gek nog niet.

We maken een dubbele portie pasta, zodat we morgen op zee alleen maar wat hapklare porties hoeven op te warmen. We plannen de reis nog eens tot in detail en maken de boot vast klaar voor zee. We wandelen nog een keer langs de zee en gaan op tijd naar bed. Morgennacht zullen we niet veel slapen. We moeten in het donker de scheepvaartroutes in Straat Dover oversteken.

Op dinsdag kunnen we eerst nog rustig aan doen. De stroom loopt pas in de middag van Eastbourne richting Dover. Onze tactiek is om zo lang mogelijk langs de Engelse kust te blijven varen, daar heb je wel negen uren de stroom mee, dan zo laat en zover mogelijk over te steken naar de Franse kust, dan zo vroeg mogelijk bij Noord Hinder de vaarweg naar Zeebrugge en Antwerpen te kruisen en vervolgens in één streep naar de Oosterschelde te zeilen.

Om kwart over twaalf Britse Zomertijd (BST) maken we los uit onze box. Het schutten duurt een half uur en dan zijn we onderweg. We zeilen met een matig westenwindje richting Dover. Om zes uur BST zijn we Dungeness gepasseerd en komt Dover in zicht. Na Dover zijn alle meevarende jachten weg en zijn we alleen.

We hebben haast en willen op tijd bij de scheepvaartroutes zijn. Als de snelheid even wat inzakt, zetten we de motor bij. Zo komen we mooi op tijd aan op ons vooraf berekende punt om vanaf daar de oversteek te beginnen. Het is inmiddels donker geworden en we zien veel lichtjes om ons heen.

De eerste mijlen komt al het verkeer van links. Door met onze snelheid te spelen – soms de motor aan om snel te varen, soms de zeilen wat losser om af te remmen – weten we vrij te blijven van de grote vracht-, passagiers- en tankschepen. Zelfs die enkele veerboot weten we zo te ontlopen. Tegen elf uur BST (twaalf uur Nederlandse Zomertijd) zijn we halfweg en vanaf nu komt al het verkeer van rechts. Ook hier lukt het met snelheidsverandering de meeste scheepvaart te ontwijken. Slechts één keer moeten we van onze koers af, wat meteen negentig graden afwijking inhoudt, om een vrachtschip te ontwijken. Een uur later, één uur NZT, zijn we door de hoofdvaarwegen heen en kunnen we weer parallel aan de kust gaan varen.

De hele nacht zien we op de Franse kust een onweersbui hangen, maar het ding blijft op afstand en wij zeilen met een voorsprong van twee uur op ons schema vlot richting Oosterschelde.

Tegen tien uur in de woensdagochtend komt er een bui vanuit Engeland en voegt zich min of meer achter ons samen met de bui op de Franse kust. Het wordt zwart achter ons en wij trekken onze zeilpakken aan. Kees heeft geen zin om zijn laarzen aan te trekken en blijft op zijn gympies lopen. Drie kwartier later haalt de bui ons in. Wat volgt is een volledige wasbeurt. De voorwas bestaat uit een aanloop van dikke druppels, gevolgd door een heftige bui met hagel. Er liggen hoopjes ijs in de hoeken van het dek. De hoofdwas is alleen regen, maar dan van een intensiteit die vergelijkbaar is met een nooddouche. Het regenwater klotste in onze zelflozende kuip van links naar rechts. Kees’ gympies staan intussen helemaal vol water en bij elke stap spuit het water eruit. Het naspoelen duurt ongeveer een half uur en laat zich het beste omschrijven als een fikse regenbui. Alles wordt nog een beetje opgeleukt door enkele bliksemflitsen en donderslagen. Gelukkig valt de gevreesde wind onder de bui mee en kunnen we onze zeilen laten staan. Irene hoeft niet buiten te komen en in zeilpak gekleed houdt zij de navigatie bij en geeft aanwijzingen aan Kees over koers en snelheid.

Om één uur klaart het op en onder een blauwe hemel en een heerlijke zon drogen we op. Helaas is de wind nu ook weg en moeten we de motor starten. Half zeilend, half motorrend bereiken we om zes uur in de woendagavond de Roompotsluis, welke ons toegang verschaft tot de Oosterschelde. Drie kwartier later liggen we achter ons anker in de voormalige Betonhaven. We bellen het thuisfront met de mededeling dat we in Nederland zijn, maken snel wat te eten, drinken nog een drankje en gaan moe naar bed.

Om half twaalf wordt Kees gewekt door een donderslag. Het onweer lijkt mee te vallen, maar opeens begint het hard te waaien. Kees realiseert zich, dat hij de ankerwacht nog niet aangezet heeft. De ankerwacht is een stukje navigatiesoftware, die alarm geeft wanneer een schip te ver van een vooraf gegeven positie beweegt. Kees staat op, stelt het ankeralarm in, kijkt een keer rond of alles goed gaat en stapt weer in bed. Als even later de wind duidelijk afneemt en het gaat regenen valt hij in slaap en weet de rest van de nacht van niets. Irene blijkt de volgende ochtend ook van de onweersbui niets te weten.

Donderdagochtend staan we om half acht op en willen meteen vertrekken. Als we buiten komen, begint het juist een beetje te regenen. We schieten terug naar binnen en ontbijten eerst maar eens. Als het ontbijt op is, blijkt de regen ook opgehouden te zijn en we zeilen op alleen de genua naar de Zeelandbrug. Nadat we daar door heen zijn gegaan, rollen we de genua weer uit en gaan verder richting Krammersluisen. Voor Bruinisse zien we voor onze ogen nog een zeiljacht rakelings voor een vrachtschip langs gaan. De schipper gebruikt zijn hoorn en komt uit zijn stuurhut om de stunter eens goed te vertellen wat hij heeft gedaan. Het was ook een hele stomme actie, die zo maar veel ernstiger had kunnen aflopen.

We schutten door de Krammersluis, zetten de genua weer en zeilen tot in het Volkerak. Daar zetten we de motor aan, laten Flip de boot sturen en ruimen de zeilen op. Die zijn door de vele regen vrij van zout en door het droge weer van vandaag nu ook droog. Irene heeft intussen de zaken, die mee naar huis moeten uit gesorteerd.

Om vier uur zijn we in onze jachthaven. We sluiten de accu van de auto weer aan en starten. De motor loopt, maar als we willen wegrijden blijkt de rem vast te zitten. Na wat heen en weer te bewegen gaat de rem gelukkig los. Volgend jaar de auto maar niet meer op de handrem zetten, maar alleen in de versnelling. We melden ons op het havenkantoor, laden de auto vol, stellen oma op de hoogte, dat we onderweg zijn, en rijden naar Oss.

Epiloog

We hadden een plan om in twaalf weken de Noorse zuidkust te bezoeken. Vanwege de weersverwachtingen hebben we daarvan afgezien en zijn naar het zuiden gevaren. Hebben we daarom een slechte herinnering aan deze reis? Nee, het was een mooie reis. We hebben voor het eerst Bretagne met de boot bezocht, wat een schitterende ervaring was en waarheen we zeker nog eens zullen terug keren. We zeilden voor het eerst door het Chenal de Four en de Raz de Sein. Beide zeegebieden zijn op zijn minst gesproken: een uitdaging. We hebben ook voor het eerst de West Coast Rivers in het Verenigd Koninkrijk bezocht. Daarover hebben we wisselende beoordelingen. Helford was OK, Falmouth haven was te druk en te duur. De rivieren Fal en Truro daarachter waren mooi, maar ook te duur. Fowey was veel te druk en veel te duur. Plymouth was duur, maar de stad is aangenaam. De Yealm was een verademing en zijn geld waard.

De terugreis vanaf de Yealm was een aan ons zelf opgelegde zware inspanning. We hadden nog graag naar Salcombe en de Torbay gewild, hadden nog een weekje rond de Solent willen schipperen en op ons gemak langs de Belgische kust willen rommelen. Maar onze hoofden stonden er niet meer naar en nu zijn we thuis. Met mooie herinneringen en kilo’s afgevallen. En da’s mooi meegenomen, toch?

2 Reacties

  1. H-Georg Püttmann:
    25 augustus 2014
    Schön, daß Ihr wieder gesund in Oss seit, zum Glück haben wir doch noch XX Jahre vor uns unsere Träume zu realisieren und wie Ihr schreibt auch dieses Jahr habt Ihr schöne Erinnerungen. LG U+G
  2. Kees:
    25 augustus 2014
    Hoi Kees en Irene,

    Ik zit jullie verhalen van de afgelopen 3 weken te lezen. Hopelijk gaat het weer beter met Oma.?
    Zuid Engeland is voor ons bekend terein en wij vinden het daar schitterend.
    Als ik alle verhalen gelezen heb dan hebben jullie genoten van deze zeilvakantie.
    Ik zie al weer uit naar jullie volgende reis. Onze vakantie is goed verlopen tussen de buien door. Wij gaan in mei 2015 een reis maken in de Rockie Mountens, in de noordwesthoek van Amerika. Hier kijken wij weer naar uit.