Natuur en stoomtrein

23 augustus 2013 - Stralsund, Duitsland

Zondagochtend nemen we afscheid van onze buren op de Sonnenschein en varen een kort tochtje van de haven bij de brug van Eldena naar een ankerplek net naast het strand van Eldena. Het is tenslotte zondag en we maken er een rustdag van. In de middag neemt de bewolking toe en het begint het te regenen.

We zien twee kraanvogels overvliegen. Weer een bijzondere waarneming. We liggen op tijd op bed.

Maandag, 19 augustus, zijn we vroeg wakker en al om zeven uur zijn we onderweg. We steken de Greifswalder Bodden weer over en gaan opnieuw naar het eiland Rügen. Om half twaalf is de wind op en het laatste stuk varen we op de motor naar het haventje van Seedorf. We liggen in een mooie box, vlakbij de camperstandplaatsen. De bakker komt ’s morgens tussen acht en negen, dus dat is hier ook prima. En de havengelden zijn ook laag.

Nadat we de boot hebben opgeruimd en wij een hapje hebben gegeten zetten we de fietsen in elkaar en rijden naar het Jachtslot. Het eerste stuk van de tocht is prachtig. We rijden langs een binnenmeer en door de velden. Dan komen we op een kasseienweg en moeten van 20 meter boven zeeniveau naar 100 meter klimmen. In de wielerwedstrijd Parijs-Roubaix krijgt deze strook zeker vier sterren en in de Tour de France zeker een klim van de 2e categorie. En wij moeten het doen op een vouwfiets zonder versnellingen. Af en toe een stukje lopen en dan weer met hartslag 180 naar boven. Toch bereiken we het Jachtslot.

Het slot is zeer romantisch en heeft een roze kleur. We hebben pech: twee van de vier zijden staan in de steigers en binnen is vanwege de restauratie de rondleiding zeer beperkt. We kijken nog wat rond en maken ons dan klaar voor de afdaling langs de andere kant van de heuvel.

Gelukkig heeft geen van ons beiden een kunstgebit, want dat waren we zeker kwijtgeraakt. Zo hard trilde onze fietsen over de kinderkoppen. Soms is het ronduit gevaarlijk. Door de schokken kun je al niet scherp kijken en door de lichtverhoudingen in het bos kun je gaten en bulten ook niet juist inschatten. We doen het maar heel rustig aan en komen heelhuids beneden. Onze bovenbenen en onze polsen doen zeer en de fietsen zitten onder het stof.

We fietsen verder door de mooie omgeving terug naar de boot. Onderweg zien we nog een hunebed, maar we vinden de Drentse mooier. Aan boord rusten we uit en zien in de struiken aan de overkant tientallen rietgorzen en tussen de boten jagen misschien wel honderd zwaluwen.

In de lege box naast de onze is een huurboot komen liggen met vier mannen erop. Als die ’s avonds terug aan boord zijn, zingen ze onder begeleiding van een gitaar een aantal liederen. Wij zitten vanwege de temperatuur dan al binnen. Enkele liederen klinken echt goed, maar hoe verder ze in hun repertoire komen, hoe minder goed het klinkt. Of is het misschien de wijn de ruim vloeit? We weten het niet, want wij slapen al.

De volgende ochtend, het is dan dinsdag, halen we eerst brood bij de bakker. Na het overheerlijk ontbijt met verse broodjes stappen we op onze fietsen. Door de regen van vannacht is het stof er bijna helemaal afgespoeld. We fietsen nu de ander kant op, richting Baabe. Op de weg daarnaartoe wordt onze weg versperd door een watertje. Op ons kaartje staat een oeververbinding getekend, maar de verwachte brug is er niet. Gelukkig is er wel een pontje. Wij zouden dit een overzet noemen. De fietsen op de boot, wij erbij en we worden naar de overkant geroeid. Waar maak je dit nog mee? In Baabe, wat een badplaats heet te zijn en niet veel meer is dan een verzameling hotels, campings en een zandstrand, nemen we het pad langs de zee richting Göhren.

Gohren is net iets meer dan Baabe, maar ook niet zo heel veel meer. We kopen er kaartjes voor ons en onze fietsen om daarmee met Rasende Roland naar Lauterbach te reizen. Rasende Roland is de stoomtrein op het eiland Rügen. Het lijntje zal ongeveer 50 km lang zijn en er rijden drie of vier stoomtreinen op. Wij doen de hele lijn en dat duurt bijna anderhalf uur. We rijden door velden en door bossen. We komen langs het jachtslot en doen een aantal stations aan. In de bossen ruik je de rook van de locomotief veel sterker dan in de velden. Bij elke overweg wordt de stoomfluit uitbundig gebruikt. Het is een belevenis.

In Lauterbach stappen we uit en fietsen eerst naar Putbus. Daar bekijken we het centrale park, het Circus genaamd, en proberen bij de Information een kaart van de omgeving los te krijgen. We kunnen er wel één kopen. Mooi niet dus; we zijn Hollanders. Dan maar op eigen oriëntatie. We rijden terug richting Lauterbach en nemen het kustfietspad richting Seedorf. Na een goed uur zijn we terug in Seedorf. De fiets van Kees krijgt steeds meer rare bijgeluiden. Onderweg zat ook opeens zijn trapper/ketting vast. Na een paar schoppen kwam alles weer los en zelfs de knallen en kraken en andere bijgeluiden zijn nu minder. Of het probleem nu ook verholpen is, moeten we afwachten.

We ruimen de fietsjes op, verfrissen ons en eten in het restaurant tegenover ons, aan de andere kant van de weg. Daarna zitten we nog een tijdje in de zon op onze eigen boot, maar als de zon onder is, gaan ook wij naar binnen.

Woensdag kopen we eerst weer broodjes bij de bakker, maken de boot klaar en vertrekken uit Seedorf. Het eerste stuk in smal water gebruiken we de motor en eten ons ontbijt. Als we eenmaal wat ruimte hebben gaan de zeilen erop en we laveren ons vrij van het eiland Rügen. De wind is zwak en we zeilen tot de ingang van de Strelasund. We moeten door de brug bij Stralsund en we kunnen niet eeuwig blijven rommelen bij weinig wind: dus aan die motor. Nu maken we voldoende snelheid en houden nog tijd over. Een uurtje liggen we onderweg nog op anker. We halen de brug van 17:20 uur en vinden een ligplaats in de City Marina van Stralsund.

We eten een snelle hap en wandelen naar de stad. Ondanks dat we alleen de waterkant van de stad zien, lijkt de stad ons te bevallen. Bij de havens staan eettentjes, zijn er terrassen en is er zelfs live muziek.

Terug aan boord blijkt de walaansluiting voor elektriciteit te zijn uitgevallen. Onze buurman gaat eens kijken en verhelpt het probleem: een uitgevallen aardlekschakelaar. Hij vaart in een in Nederland gebouwde motorkruiser en dat is aanleiding tot een gesprek. Hij was militair attaché in Nederland en werd in die functie jaarlijks op Koninginnedag uitgenodigd voor de ontvangst door Koningin Beatrix. Hij deed iets met Nederlandse raketten in Duitsland. Hij noemde die “mijn eigen kleine legertje”. Een sympathiek man.

De volgende dag bezoeken we de binnenstad van Stralsund. Ook deze plaats maakte deel uit van de Hanze en dat zie je meteen aan het karakter van de bebouwing. Langs het water oude pakhuizen en in de binnenstad rijke gevels en grote kerken. De stad is uiteraard ommuurd geweest en heeft wallen met een gracht ervoor.

Het hart van de stad is de Markt. Een groot plein met het gemeentehuis en een grote kerk. Vooral de waterpartij met een fontein is op deze warme dag zeer intrek bij de kleinste kinderen. Er liggen aan de kades van de stad drie grote hotelschepen afgemeerd en de gasten ervan worden door gidsen in de stad rondgeleid. Dat zijn vandaag wel erg veel groepen. Wij maken een wandeling langs de stadswal en komen uit in de Marienkirche. Vlak voordat er een huwelijksvoltrekking is mogen we de kerk toch nog in om te bekijken.

Op de terugweg uit de stad doen we wat boodschappen en terug op de boot ruimt Irene die op. Kees gaat met een lege gasfles (onze eerste op deze reis) naar het bunkerstation. Daar blijkt dat het station pas om vier uur weer opengaat. Na tien minuten wandelen is dat geen leuke ontdekking. Gelukkig staat er een autochtoon, die de eigenaar heeft gebeld en dat deze onderweg is naar het station. Kees babbelt wat en komt meer te weten over de regels omtrent de natuurgebieden in de wateren van Stralsund en de aanwezigheid van ankerplekken met voldoende diepte.

De eigenaar van het bunkerstation arriveert en Kees krijgt zijn gas. Moet daar gepast voor betalen en komt vijftig cent tekort. De allochtoon moet ook betalen maar heeft niet gepast. Met onze portemonnees open lukt het allemaal net. Kees krijgt zijn gas met een korting van vijftig cent en de allochtoon geeft zeventig cent fooi. Nog vooroordelen over Duitsers?

’s Avonds eten we bij één van de vistentjes Fish and Chips. Niet dat het lijkt op de Britse variant, maar de Kibbelingen met Frites smaken prima.

Vrijdag, 23 augustus, tuffen we de haven uit en gaan een mijltje verderop in de Strelasund voor anker. We genieten van het mooie weer. Lezen en luieren, dat is het motto voor deze dag.

Foto’s