Slecht weer: slecht zeilen, prima weer: lekker wandelen en geweldig zeilen

11 juli 2014 - Brest, Frankrijk

Zaterdag heet het wisselvallig weer te zijn. We zitten de hele ochtend op de boot, want het regent. Als het na de middag even wat minder regent, trekken we onze wandelschoenen en regenjacks aan en wandelen in de regen naar Roscoff. Omdat het toch op onze weg ligt, lopen we eerst nog een keer naar het kapelletje. Het is gewijd aan de Heilige Barbera, beschermster tegen natuurgeweld. Helaas is het kerkje niet open en kunnen we er dus niet schuilen. We lopen snel door naar het stadje. Ook hier is weinig te doen en met onze natte spullen zijn we snel weer aan boord. We zetten de verwarming aan en luisteren via de internetradio naar het verslag van de voetbalwedstrijd Nederland tegen Costa Rica. Het wordt laat, maar we winnen (met penaltyschieten).

Omdat we op zondag nu toch echt wat verse groenten nodig hebben, fietsen we naar St Pol de Léon en doen daar boodschappen. Bij de deur van de super zit een heel lief hondje te wachten op wat aandacht. Kees geeft het beestje die aandacht en heeft meteen een beet in zijn hand te pakken. Gelukkig bloedt de wond behoorlijk, zodat van besmetting amper sprake kan zijn. In de super geeft de klantenservice hem wat wondontsmetter en een pleister.

Aan boord ruimen we eerst de fietsen op, dan de boodschappen en maken een beetje schoon. We hebben voor de vakantie een stofzuiger gekocht en daar zijn we heel blij mee. Naden, kieren en de bekleding van onze bank laten zich prima schoonmaken. Omdat het gisteravond zo laat geworden is en omdat we vanochtend – ’t is immers zondag en de super sluit om 13:00 uur – en we zo hard hebben schoongemaakt, knappen we ’s middags een uiltje. We halen de gelukkig nu droge tent van de kuip, ruimen alvast de zeilhuik op en zetten de fok op de voorstag. Morgen gaan we weer zeilen. We moeten waarschijnlijk een deel van de tocht laveren.

Op maandag verlaten we net na tienen de jachthaven van Roscoff. Het is prachtig weer. De wind is noordwestelijk en niet veel sterker dan 3 Bft. We durven het niet aan om tussen Roscoff en Île de Batz door te varen. Het is vallend water. Vastlopen zou lastig zijn en mogelijk schade kunnen opleveren. We varen om het eiland heen. Eenmaal uit de luwte voelen we de nabijheid van de oceaan. Er loopt een deining vanuit het westen. Af en toe zien we horizon niet omdat er een deininggolf tussen ons en de horizon zit. Geschatte hoogte van de deining: tussen de anderhalf en twee meter. De wind neemt toe en we moeten inderdaad laveren.

Omdat de deining uit het westen komt en de wind, en dus de windgolven, uit het noordwesten ontstaan er onaangename golven. De slagen, die we moeten maken om uit de kust te blijven, zijn het lastigste. We lopen dan af en toe niet veel meer dan drie knopen, ondanks een dikke 4 Bft. De boot maakt zware klappen op het water, maar we blijven vooruitgang boeken. De slagen die we richting kust maken zijn aangenamer: dan lopen we boven de zes knopen.

We ploeteren zo de dag door en om acht uur in de avond zijn we aan de monding van de Wrac’h. We bergen de zeilen en we varen op de motor naar de haven van L’Aber Wrac’h. Er is nog net een plekje vrij aan de bezoekerssteiger. Het past maar net; maar da’s net genoeg. Als we even liggen, komt er een zeiljacht uit Brest naast ons leggen. Deze boot is niet veel langer dan negen meter, en dus is de kans klein, dat er vannacht nog een boot bij komt liggen. We eten Mexicaanse bonensoep met brood. We zijn moe. Het was een zware dag. We slapen prima.

Dinsdag slapen we lekker uit. Kees haalt een stokbrood en na het ontbijt maken we stevige wandeling westwaarts langs de rivier. We genieten van de uitzichten, van de stilte en van de heerlijke geuren. Via het grotere dorp Landéda, waar we een struik bleekselderie kopen, lopen we terug naar de haven.

Op woensdag gaan we op herhaling, maar lopen nu oostwaarts langs de rivier. Het is weer een geweldig mooie wandeling. Door bos, door velden en met prachtige doorkijkjes. We lopen tot aan de brug. Daar eten we onze meegenomen lunch op, waarbij een aardige jongeman ons eerst vraagt of we soms Duitsers zijn en nadat wij hem hebben verteld dat we uit Nederland komen, hij ons verzekert dat Nederland vanavond van Argentinië gaat winnen. Nou, wij zijn hier nog niet zo zeker van.

Terug aan boord drogen we eerst de nog natte fok. Wanneer het zeil droog is halen we het van de voorstag, vouwen het op en ruimen het weg in onze “schuur”. Dan halen we de genua tevoorschijn en zetten deze op de voorstag. Morgen gaan we weer zeilen en we hebben wind mee.

Natuurlijk volgen wij ook vanavond de wedstrijd. Dit gaat niet helemaal goed, omdat de WiFi een aantal keren wegvalt. Maar met de Franstalige radio als reserve kunnen we het allemaal wel volgen. Helaas kreeg de jonge man aan de rivier geen gelijk en liggen wij eruit.

Donderdagochtend verlaten we L’Aber Wrac’h en om half elf zijn we op zee en onder zeil. We hebben inderdaad wind van achteren en ondanks de tegenstroom komen we toch goed vooruit.

We moeten vandaag door het Chenal de Four. Voor de westelijk punt van Bretagne liggen een paar eilanden. Tussen deze eilanden en het vaste land ligt een smalle doorgang: het Chenal de Four. Het stroomt daar hard en je moet daar niet zijn als de wind tegen de stroom in waait. Wij hebben het zo gepland, dat we er doorzeilen met de wind én de stroom van achteren. Daarvoor moeten we het eerste stuk van onze tocht tegen de stroom in varen.

We zijn mooi op tijd in het Chenal de Four, hebben er geen problemen, en maken de bocht oostwaarts richting baai van Brest. De achterlijke wind wordt nu een wind dwars – halvewinds noemen we dat – en we gaan hard. In de baai krijgen we valwinden van de heuvels en zijn we met onze genua behoorlijk overpowered. In een paar vlagen komen we boven 9,5 knopen. De boot planeert. Zeven ton massa, gaat als een speedboot over het water; de boeggolf spuit ter hoogte van de mast naar opzij en achter de boot wordt het kielzog een platte baan. Helaas duren de vlagen niet zolang, anders zouden we zeker boven de tien knopen zijn gekomen.

De stroom komt uit de baai en is sterk. Eenmaal voor Brest nemen de zeilen in en het laatste stukje varen we op de motor. We denken eerst een lege plaats te zien aan de gastensteiger, maar dat blijkt wanneer we dichterbij komen gereserveerd te zijn. We gaan dan maar aan de kop van een steiger liggen. Het is net zeven uur geweest. Al snel zien we de havenmeester en van hem mogen we blijven liggen.

Het was een geweldige zeildag vandaag en we zijn twee uur eerder in Brest dan we eerder berekend hadden. We maken snel wat te eten, wassen af, drinken een glaasje en gaan op tijd naar bed.

Vandaag, vrijdag, verkennen we de stad. Brest is een redelijk grote plaats en herbergt na Toulon de tweede marinehaven van Frankrijk. De stad oogt modern en heeft een mooi voetgangersgebied. We doen wat boodschappen en zijn in de middag terug aan boord om dit stuk te kunnen schrijven.

Foto’s

2 Reacties

  1. Hannus:
    11 juli 2014
    Ja Kees,

    Vreemde diertjes net als ik moet je nooit vertrouwen, ze bijten!!!

    Fijn dat jullie het zo goed hebben. Hier wordt weer eens noodweer aangekondigd dus gaan wij BBQ en. Ik heb heerlijke dingetjes klaar staan voor als zodra mijn manneke thuiskomt.

    Vele groeten vanuit een vooralsnog zonnig Nistelrode.

    Hannus en Jackie.
  2. Diana van de akker:
    12 juli 2014
    Hoi irene, ik heb weer genoten van je reisverslag en de prachtige foto's. Geniet maar lekker. Xxx diana