Terug in de Oostzee

10 juli 2017 - Lübeck-Travemünde, Duitsland

Op zaterdag, de eerste juli, maken we na alle verplichte werkzaamheden en nadat de zon is doorgebroken een stevige wandeling naar Döse en Duhnen, twee badplaatsen ten noordwesten van Cuxhaven. Hier, op het uiterste noordwestelijke puntje van de zuidoever van de Elbe deed Jonathan Zeneck de eerste pogingen een radiotelegram te versturen en legde daarmee de basis voor de Duitse telecommunicatie op zee. Een standbeeld herinnert ons hieraan.

Terug aan boord maken we ons avondeten en daarna lopen we nog even naar de Alte Liebe. Dit is het punt bij de oude haven waar een semafoor het weer aangeeft. We zien een bevoorradingsschip voor de offshore binnenlopen. Het is fris geworden en we gaan terug naar de Salacia.

Zondagochtend loopt de wekker al om vijf uur af. We staan op, ruimen op en varen tegen zessen de box uit om eerst aan de tanksteiger te gaan tanken. 38 Liter verder en we hebben de tank weer vol. We varen met de stroom mee de Elbe op naar Brunsbüttel, waar de sluizen naar het Kielerkanaal zijn. De Duitsers noemen dit kanaal het Nord-, Ostsee Kanal (NOK afgekort). De stationsnamen voor de marifoon zijn dan weer in het Engels:  Kiel Canal.

Er zijn geen wachtsteigers bij de sluis en je moet langs de noordoever van de Elbe, bij de invaart naar de sluis, maar een beetje heen en weer varen tot de lichten wit gaan knipperen. We zijn er om kwart over acht en we mogen pas om half tien invaren. Intussen is het gaan regenen en varen we met het zeilpak aan de sluis in. We gebruiken de enige bruikbare kleine sluis en liggen er met een zestal jachten in. Een kwartiertje later gaat de deur open aan de kanaalkant en kunnen we uitvaren. Een lang kanaal ligt voor ons.

We varen tot in Rendsburg, zo’n 66km. Dan gaan we van het kanaal af een nevenwater, de Obereidersee, op. We proberen eerst bij de Schreiber Marina aan te leggen, maar daar blijven we drie meter van de oever liggen: te ondiep in de box. We proberen een andere box, maar ook hier lopen we vast. Dan varen we door naar de haven van de Regatta Verein Rendsburg. Daar vinden we een lege box en om vijf uur zijn we afgemeerd. Op de boulevard naast de haven staat een kermis opgesteld en de geuren van suikerspin en crêpes komen op ons af. We zijn moe, het is fris en het waait. Na het eten hebben we toch geen zin meer in de kermis en gaan vroeg naar bed.

We slapen een gat in de dag. Na een stevig ontbijt met gebakken eieren lopen we stad in. We schuilen nog even voor een regenbui. Er is een wandeling langs een blauwe lijn uitgezet, die we volgen. Bij het begin kom je bij de kerk, maar die is nog niet open. Het is vijf voor elf en een vriendelijke heer vertelt, dat de kerk om elf uur open gaat. Als we de wandeling rond hebben, komen we hier wel weer terug en zullen dan de kerk bekijken. We lopen de hele blauwe lijn af en zien het erfgoed van Rendsburg. Vroeger was het een belangrijke plaats in de strijd tegen de Denen en de Zweden. Er zijn dan ook veel militaire gebouwen overgebleven, die nu natuurlijk een andere bestemming hebben.

Aan het eind van de wandeling lopen we nog even de kerk in. Het is een lutherse kerk, maar wij vinden de inrichting nogal katholiek. Gelukkig is de man, die we eerder spraken bij de kerk, in feite de toezichthouder. Hij legt ons eerst uit, dat de koster hem de sleutel pas tegen half twaalf bracht, omdat de man eerst naar de tandarts moest. Maar goed, dat wij daar niet op gewacht hebben. We raken verder met hem in gesprek en hij legt uit dat Luther helemaal niet tegen het katholicisme was; hij was katholiek monnik. Hij was tegen de misstanden en dan met name tegen de handel in aflaten. Luthers protestantisme en het katholieke geloof liggen niet ver uit elkaar. Daarbij komt nog, dat dit kerkgebouw niet van de kerkgemeenschap was, maar van de stad. Lutherse diensten en katholieke missen werden in dit zelfde gebouw naast elkaar gehouden. Heel anders was het in Nederland, waar Calvijn alles wat afleidde van het geloof uit het kerkgebouw liet verwijderen. Met de Beeldenstorm als triest dieptepunt.

Als de vriendelijke man in de kerk ook nog het huidige internationale politieke bestel gaat bespreken, nemen we vriendelijk afscheid van hem en duiken een dichtbij gelegen broodjeszaak in. We eten er een heerlijk hartig broodje en drinken er een kop koffie bij. We lopen terug naar de haven en doen wat kleine klusjes. Na het eten lopen we even over de kermis. Het is de laatste avond en de exploitanten zien het niet meer zo zitten. Enkelen zijn al aan het afbreken of aan het schoonmaken.

De volgende ochtend – het is dinsdag de vierde juli – varen we rond acht uur de haven uit en beginnen aan het tweede deel van het honderd kilometer lange Kielerkanaal. Het weer is goed en we zijn om 11:20 bij de sluizen van Kiel/Holtenau.

Van de vier sluizen, twee grote en twee kleine, is slechts één grote beschikbaar. Pleziervaart moet meeschutten met de zeevaart. Omdat dat niet bij elke schut kan, moeten jachten hier lang wachten. Er is daarvoor een wachtsteiger neergelegd en jachten hoeven vanwege het ongemak geen kanaalgeld te betalen; voor ons scheelt dat zo’n dertig euro. We meren af langszij een Noors jacht, dat juist op weg naar huis is na een tripje naar de Caribische eilanden.

Kwart over twaalf horen we via de marifoon, dat de jachten de volgende schut mee mogen. De deur staat al open, maar we moeten wachten op een zeeschip dat er nog aan komt varen. Om half een gaan ook wij naar binnen. De hele rechterzijde van de sluis is leeg gehouden voor de jachten. Er is een drijvende steiger (massief hout) waar we de boot aan vast kunnen maken. Omdat iedereen zo snel mogelijk naar de steiger wil, stropt het in het begin van de sluis. Wij kiezen ervoor om door te varen naar voren en daar af te meren naast een vijftien meter lang Nederlands jacht. Na het schutten mogen de jachten als eerste de sluis uitvaren en binnen drie kwartier zijn we zo van het kanaal naar de Oostzee geschut.

We draaien bij het verlaten van de voorhaven stuurboord uit en vinden binnen twintig minuten een ligplaats aan de jachthaven van Wik, net voorbij de marinehaven. Het is lekker zomers weer geworden en de rest van de dag genieten we ervan op de boot. Na het avondeten lopen we even een ommetje door het park achter het clubhuis van de watersportvereniging.

Woensdagochtend slapen we eens lekker uit en na het ontbijt wandelen we de ruim drie kilometer naar de binnenstad van Kiel. Er ligt een cruiseschip van de Holland Amerikalijn, de Zuiderdam, en in de stad komen we overal de gasten van dit schip tegen. Terwijl wij op een terras bij de stadsbrouwerij van een kop koffie genieten, bestelt een mevrouw van de Zuiderdam een currywurst. Zou het eten aan boord tegenvallen?

De binnenstad valt ons een beetje tegen. Waarschijnlijk is er na de oorlog te snel herbouwd en te weinig gerestaureerd. Er is een lange, drukke winkelstraat en daarbuiten is er weinig aan. We eten nog een stuk pizza en gaan terug naar de boot. Daar drinken we eerst koffie en dan pakken we de rugzakken en lopen naar de Aldi, een ruime kilometer verderop. Helaas neemt men de uit Nederland meegenomen PET-flessen hier niet in. Logisch natuurlijk: in Nederland 25ct statiegeld betalen en er dan in Duitsland proberen 50ct voor terug te krijgen. Gelukkig kunnen we de lege flessen wel zolang aan boord bewaren tot we weer thuis zijn.

Op donderdag, 6 juli, loopt de wekker al om zes uur af. We hebben vandaag een lange reis voor de boeg. Van Wik bij Kiel naar Orth op Fehmarn, een ruime veertig zeemijlen (= 72km). Het begint met dan weer een stukje motorren, dan weer een uurtje zeilen. Gelukkig komt er in de voormiddag wat meer wind, maar het laatste stuk moet toch weer op dieselkracht. Om vier uur lopen we het haventje van Orth binnen. We vinden een lege box met een groen bordje en meren af. De boxen hebben achter palen om aan vast te maken en aan de voorkant lig je tegen een kademuur. We passen maar net tussen de palen en met onze boeg bijna tegen de kade houden we achter nog zeker zes meter vrije ruimte in de box. De lengte/breedte-verhouding van de schepen is de laatste decennia wel veranderd!

’s Avonds wordt het helemaal windstil en we genieten van de stilte hier. Zwaluwen vliegen tussen de boten en rusten uit op onze zeerailing. Als de zon ondergaat wordt het snel kouder en duiken wij in onze kooi.

We hebben de fietsjes tevoorschijn gehaald en rijden daarmee op vrijdag naar de grootste plaats op Fehmarn, Burg. We volgen het kustpad aan de zuidkant van het eiland en genieten van de rust hier. Op zeker moment herinnert Kees zich een beeld uit zijn jeugd. Met pa en ma op de fiets naar vliegveld Teuge en onderweg een boterhammetje en een glas ranja in de berm van de weg. De geur van rijp graan, het zingen van de leeuwerik in de lucht en het gezoem van insecten in het gras. Precies zoals hier op Fehmarn.

Op een terras in Burg eten we een stevige lunch. Dan begint het te regenen. Het is gelukkig maar een bui en na een half uurtje schuilen kunnen we verder fietsen. Omdat er nog meer regen dreigt, nemen we de kortste weg terug naar de haven. We laten de fietsjes aan dek staan want morgen willen we de andere kant van Fehmarn bekijken.

Zaterdag, acht juli, fietsen we langs het kustpad naar het westen, om dan bij de vuurtoren naar het noorden af te buigen. We komen bij een vogelreservaat met educatief centrum. We bekijken er de tentoonstelling. Helaas is alles in het Duits en moeten wij vaak raden naar de Nederlandse namen van de vogels. Wist je dat de Duitse Brandgans bij ons bergeend heet en de Nederlandse brandgans in het Duits een Nonnengans is?

We fietsen via het centrale deel van het eiland terug naar de boot en ruimen daar de fietsen weer op. We maken de boot klaar voor vertrek. Helaas hebben we in Orth geen wifi (Wlan) verbinding en moeten we ons behelpen met onze internetbundels. Morgen gaan we naar Travemünde.

Om zes uur loopt op zondag onze wekker af en binnen een half uur zijn we onze box uit. Het is prachtig weer vandaag en er staat net genoeg wind om te zeilen. De afstand van dertig mijlen is niet lang, maar we doen er tot half vijf over voordat we in Travemünde in de Baltic Marina afmeren. We hebben behoefte aan een luxere haven (elektriciteit, water, wifi en douches) en we hebben een fles campinggaz nodig. Volgens de informatie zou deze haven dit allemaal kunnen bieden.

We ruimen op, maken een hapje eten, tuigen een internetverbinding op en nadat we heerlijk gedoucht hebben, drinken we in het late avondzonnetje een glaasje. Het is vandaag een perfecte dag. De tent gaat over de boot, want morgen komt regen.

Foto’s

2 Reacties

  1. Kees:
    10 juli 2017
    Goed bezig daar op het water. Ga zo door.
  2. Jan:
    10 juli 2017
    Het begint weer een beetje op vakantie te lijken.
    Geniet ervan